Ook Cadel Evans heeft een hond. Ze heet Molly en ze is momenteel in de Tour. Vorige week werd Molly bijna onder de voet gelopen door een journalist. ‘Blijf met je poten van haar af’, snauwde Cadel, ‘anders hak ik je kop eraf’. Zoveel vuurwerk had ik op de fiets zelden van Cadel gezien. Al vond ik het mooi dat hij in de eerste Alpenrit zijn Silence Lotto-truitje openritste en een t-shirt met ‘Free Tibet’ toonde.
Maar de grote vraag is: waarom hebben zoveel wielrenners een hond? Nog nooit hoorde ik van een wielrenner die dol was op zijn cavia. Maar wielrenners en honden, die lijken voor elkaar geboren. Molly past immers in een hele optocht van beroemde wielerhonden. Van Birillo, de hond die Basso verraadde, tot Piti, de mysterieuze hond van Valverde. Ook de golden retriever van Hamilton haalde de wereldpers, terwijl de hond van Pereiro in de Spaanse kranten veel besproken werd. Boogerd had een labrador. En had Vandenbroucke niet een opgevoerde poedel?
Ik snak naar een fotoboek met portretten van wielerhonden. Wie zijn de wielerhonden achter de wielerhelden? Hebben sprinters andere honden dan klimmers? Kiest een knecht ter compensatie voor een grotere hond dan een kopman? En kent iemand de hond van Menchov? Zou hij met hem wèl hele gesprekkken voeren?
Of is Menchov meer iemand voor een klein zangvogeltje? ’s Avonds zingen ze samen Russische liedjes, zachtjes maar heel intiem.
dinsdag 22 juli 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten