Het wielerseizoen is begonnen. In Australië fietsen de renners hun eerste wedstrijdkilometers van het jaar. Mondialisering in de wielersport, heet dat. De UCI heeft er de mond vol van. Maar is wielrennen niet bij uitstek de sport van de kerktoren? Gaat het niet fout als ze al te ver het dorp uitfietsen?
Behalve met het dorp, is het wielrennen ook verweven met de seizoenen. De klassiekers zijn de religieuze feestdagen van het wielerjaar. Als het land ontwaakt uit zijn winterslaap, begint de Omloop het Volk. Hier en daar zijn nog flarden winter zichtbaar, maar de lente kondigt zich al aan. Daarna fietsen de renners mee met de dagen die lengen en de zon die steeds krachtiger wordt. Als de temperaturen het aangenaamst zijn, wordt de belangrijkste koers van het jaar gereden: de Tour. Dan worden de dagen korter – je ziet het aan de verkleurende bossen in Paris-Tours en in de vallende bladeren van Lombardije.
In Australië is het geen winter. En in de ronde van Quatar is geen kerktoren te bekennen. Ik gun de Australiërs hun wielerronde en ik ben dol op woestijnen. Maar wie morrelt aan de kerktoren en de seizoenen, knaagt aan de ziel van het wielrennen.
donderdag 24 januari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten