dinsdag 17 juli 2007

Fietsende calvinist

Hoeveel weegt verdriet? En wat is het gewicht van een glimlach? Als ik de Deen Rasmussen zie fietsen, krijg ik de indruk dat hij niet alleen op het gewicht van zijn bidons en zijn schroefjes bezuinigt, maar ook op zijn emoties. Hij fietst in de eerste echte Alpenrit minuten voor alle anderen uit. Ongenaakbaar, maar een ambtenaar fietst minder onverschillig naar kantoor. Rasmussen lacht niet. Grimast evenmin. Zelfs als hij over de finish rijdt, steekt hij nauwelijks zijn handen in de lucht. Nog steeds geen lach of traan.

Je zou Rasmussen een zenmonnik op een fiets kunnen noemen. Alle ballast overboord, op zoek naar de totale onthechting. Maar voor een zennmonnik hecht de Deen toch iets te veel aan de gele trui. En de bolletjestrui wil hij ook niet loslaten. Nee, Rasmussen is veeleer een hardcore calvinist in een katholieke sport. Als wielrennen een sport is van barok lijden, van kruistocht en opstanding, van schietgebedjes en kruistekens, dan fietst Rasmusssen daar als een protestantse beeldenstormer doorheen. Bij hem geen zichtbare tocht door de hel, geen opname in de hemel. Alle emotie zit van binnen. Dat maakt het lastig om hem als een held te vereren. Maar ja, heldenverering is voor de volbloed protestant sowieso een katholieke afwijking.

vrijdag 13 juli 2007

Verdwaalde wielerrondes

Is het u ook opgevallen dat er de laatste jaren steeds meer grote rondes ontsnappen? De Ronde van Italië is al eens huilend van heimwee aangetroffen in Groningen. De Ronde van Frankrijk is zo vaak van huis dat ze nauwelijks meer kan antwoorden als de eerlijke vinders haar vragen wie haar vader en moeder zijn. En zelfs de meest honkvaste van alle rondes zet het nu op een lopen: er gaan sterke geruchten dat de ronde van Spanje over twee jaar wil starten in Drenthe.

Als Nederlandse wielerliefhebber kan ik het waarderen dat er af en toe een grote ronde in ons land start. Maar eigenlijk vind ik het absurd: één van de charmes van de Tour is dat je haar associeert met Aznavour en met Piaf, met stokbrood en rode wijn. Bij die wijn moet niet te veel water, en zeker geen Engels bier. En de ronde van Spanje hoort door woestijnachtige landschappen te trekken. Landschappen waar, sinds Don Quichot er heeft rondgedwaald, geen mens meer is gesignaleerd. Nu voldoet Drenthe aardig aan die omschrijving, maar 40 graden in de schaduw is toch wat anders dan regen met windstoten.

De Ronde van Vlaanderen begint nooit in Almelo, en Parijs-Roubaix vindt niet plaats tussen Brussel en Kuurne. Dat mensen van het ene naar het andere land trekken, begrijp ik. Ik vind het ook acceptabel dat er af en toe wat culinaire en culturele eigenaardigheden met de volksverhuizingen meeglippen. Maar je gaat de Big Ben niet verplaatsen naar Parijs en het vrouwtje van Stavoren niet naar Rome. Ze zou er sterven aan pure onwennigheid. Wie de grote rondes te vaak uit hun land en cultuur trekt, ontdoet ze vroeg of laat van hun hartslag.

dinsdag 10 juli 2007

Heimwee naar stofzuigers

Wielrennen is een sport die dwars door het leven gaat. Niet opgesloten binnen kalklijnen of zwembanen. Het waait er net zo hard als in het echte leven, de hagelstenen komen net zo genadeloos naar beneden en de velden met klaprozen bloeien er net zo uitbundig. De renners fietsen door dorpjes waar het gewone leven gewoon doorgaat: tussen de kopgroep en het peloton ziet een oud vrouwtje met boodschappenmand net even tijd om over te steken.

Wielrennen is een sport van bakkers- en slagerszonen, van timmerlieden en andere dorpelingen. Een zoon van een advocaat, makelaar of ambtenaar schopt het zelden tot topsprinter. Kinderen van consultants en speculanten raken zelden in de kop van het peloton over de bergen. Bij concrete beroepen horen concrete producten: ik heb het altijd gewaardeerd dat wielerploegen werden gesponsord door fabrikanten van stofzuigers en koelkasten, van koffiezetapparaten en parketvloeren. Ook de ijsverkopers (Miko, IJsboerke) en de patatfabrikanten (Farm Frites) zag ik graag, net als de sigarettenfabrikanten (Caballero) en de bier- en wijnproducenten. Producten die je kunt voelen en proeven. Sponsoren uit een tijd van voor de ‘oortjes’.

Wie nu een kijkje neemt in het wielerpeloton, ziet dat telecomgiganten, banken en verzekeringsmaatschappijen het hebben overgenomen. Slechts heel af en toe fietst een product voorbij dat je vast kunt houden. Alleen de zeepjes van Aqua & Sapone, de melk van Milram en de chocolaatjes van Chocolade Jacques zou ik willen ruiken en proeven. Het is een zo schrale oogst dat ik soms zelfs terugverlang naar de stofzuigers van Polti of de gesteriliseerde bieren van Buckler.

zondag 8 juli 2007

Gezocht: gesprekspartner voor Vaitkus

1. Pieter Weening is de enige Fries in de Tour de France. Drie weken lang rijdt hij met mannen door Frankrijk (en Engeland en België) met wie hij geen woord Frysk kan spreken.

2. Net zo zielig is Tomas Vaitkus. Die zal ongetwijfeld een mondje Russisch spreken, maar met geen renner kan hij Litouwse moppen tappen.

3. Paulino en Fischer kunnen in het Portugees spreken over de gedichten van Pessoa, de schoonheid van Lissabon en wie weet de fundamentele verschillen tussen het Portugees van Portugal en dat van Brazilië.

4. Zal Thor Hushovd in de wandeletappes opnieuw Noorse gedichten voordragen voor Kurt-Asle Arvesen?

5. Het Baskisch wordt gesproken door nog geen half miljoen mensen. Daarvan rijden er dit jaar zeker 12 mee in de Tour de France. Als die met zijn allen gaan besluiten om een waaier te trekken, is er niemand die ze kan verstaan.

De 7 talen van het peloton

Dit zijn de (moeder)talen die het meest worden gesproken in het peloton dat gisteren in Londen aan de Tour de France begon:

1. Spaans (44, Spanjaarden,Colombianen)
2. Frans (37, Fransen, Walen, Zwitsers)
3. Duits (22, Duitsers, Zwitsers, Oostenrijker)
4. Nederlands (18, Vlamingen, Nederlanders)
5. Engels (17, Britten, Aussies, Amerikanen, Zuid-Afrikaan, Nieuw-Zeelander)
6. Italiaans (15, Italianen, Zwitsers)
7. Russisch (11, Kazachen, Russen, Oekraïners, Wit-Rus).

Ik kan er hier en daar één of twee naast zitten, vooral omdat ik niet helemaal zeker ben van de Zwitsers. Die zijn in praktijk vaak twee- of drietalig, maar ze hebben natuurlijk maar één moedertaal. Is Grégory Rast net zo Frans als zijn voornaam doet vermoeden? En zijn Tschopp en Elmiger van oorsprong Duitstalig? Wie helpt?

vrijdag 6 juli 2007

De pindakaastrofee

Een Spanjaard en een Italiaan zijn, als het op voedsel aankomt, geen mietjes. Ze eten veel en zijn best in voor een experiment. Maar pindakaas gaat ze een stap te ver. Ook de Fransman zal moeite hebben om zijn maag in bedwang te houden bij de geur van pindakaas. Voor de Nederlander echter is het product behalve een lekkernij ook een symbool van zuiverheid en eerlijkheid. Helaas is er voor dat soort fraaie waarden in het huidige wielermilieu geen plaats meer: 'Je wint de Tour niet op een boterham met pindakaas.'

Er doet dit jaar slechts een handvol Nederlanders mee aan de Tour. De kans dat er dit jaar iemand op een broodje pindakaas de Tour wint is dus klein. Of houdt de Amerikaan Leipheimer misschien van pindakaas? Amerikanen kunnen op pindakaasgebied nog wel eens verrassend uit de hoek komen. Maar ik vrees dat Levi behalve pindakaas ook nog wel wat minder oud-Hollandse lekkernijen naar binnen werkt om zijn kansen in de Tour te vergroten. En ik ben ook bang dat veel van zijn concurrenten hun pasta, tortilla, Bratwurst en paardenmelk al evenzeer afwisselen met producten die niet in een gemiddelde supermarkt te vinden zijn.

Voor de pindakaasliefhebber zou de Tour geslaagd zijn als Wiggins de proloog zou winnen en als Sandy Casar of Thomas Föthen in het geel naar Parijs zouden rijden. Cavendish zou de groene trui moeten pakken, Di Gregorio de bolletjestrui en Linus Gerdemann het jongerenklassement. Als ik dan toch een hand in het vuur moet steken, laat ik het dan voor deze renners doen. Zij maken de meeste kans op de pindakaastrofee.

donderdag 5 juli 2007

Heksen op tijdritfiets

De bom is niet gebarsten. Overmorgen start de Tour de France en afgezien van de arme Petacchi en een enkele ploegleider, lijken alle grote namen gewoon aan de start te komen. De 'men in black' nemen hun geheim blijkbaar mee de Tour in, de renners die volgens de UCI 'niet negatief' waren, waren kennelijk ook 'niet positief' en dokter Fuentes zegt aan de vooravond van de Tour zelfs dat doping illegaal is. Valverde deed in de Spaanse sportkrant 'As' ook een stoere uitspraak: 'Ze hebben geprobeerd om mijn deelname aan de Tour te verhinderen maar het is ze niet gelukt.' Wie zo met handen en voeten aan bloedzakjes gebonden lijkt te zijn, zou zich bescheidener mogen uitdrukken.

Verder is er in de internationale media veel onenigheid over wie het antidopingcharter hebben getekend. Op een Duitse wielerwebsite kom ik de namen van Rasmussen en Freire tegen. Die laatste wordt ook in de Spaanse media genoemd als een van de renners die nog niet hebben getekend. Zit daar nog een bommetje verstopt dat de komende anderhalve dag kan ontploffen? In de Nederlandstalige media vind ik niets over de handtekening van Oscarito. Die hebben het uitsluitend over de problemen die de Spanjaard opnieuw heeft met zijn zitvlak.

Zitvlak of handtekening, we zullen afwachten. Ik zou het mooi vinden als de Tour zonder verder gerotzooi van start zou gaan. Toch geef ik eerlijk toe dat ik wat teleurgesteld ben: ik had me voorbereid op heksenverbrandingen, maar het heeft er alle schijn van dat zelfs de meest doortrapte heksen in Londen op hun tijdritfiets gaan zitten.

dinsdag 3 juli 2007

Heksenjacht?

Vanochtend stond ik bij de heksenwaag in Oudewater. Mannen en vrouwen die ervan werden beschuldigd heks te zijn, konden zich hier laten wegen. Ze kwamen graag naar Oudewater, want ze wisten dat ze er eerlijk werden berecht. Geen man of vrouw werd hier te licht bevonden. Iedereen ontving uiteindelijk het certificaat waarop stond dat hij geen heks was.

Wielrenners klagen de laatste tijd vaak dat ze het slachtoffer zijn van een heksenjacht. Ik heb moeite om de overeenkomsten tussen een heks en een wielrenner te ontdekken: weliswaar slikte ook menige heks hallucinerende middelen, maar hij deed vervolgens zelden mee aan sportwedstrijden. Bovendien zou een beetje heks dolblij geweest zijn met de mogelijkheid dna af te staan en dus een eerlijke kans te krijgen om zijn/haar onschuld te bewijzen. De waag van Oudewater was een soort dna-test avant la lettre.

Het invoeren van een dna-test lijkt de beste manier om het wielrennen eerlijker te maken en de heksenjacht te bestrijden. Toch geef ik toe dat het wielrennen de laatste maanden meer een sport is voor roddelnichten dan voor sportliefhebbers. In L'Equipe stond vanochtend een lijstje met teams die het antidopingcharter nog niet hebben getekend (CSC, Quick Step, Caisse d’Epargne). Ook de teams waarvan slecht een aantal renners heeft getekend, werden genoemd (Astana, Discovery). Het bericht sloot af met het noemen van een aantal potentiële heksen die - in tegenstelling tot de meeste van hun ploeggenoten - nog niet hebben getekend: Ballan, Mayo, Horner, om een paar namen te noemen. De roddelnicht in mij speculeert er aan de hand van zulk soort berichten uitbundig op los, de wielerliefhebber zou willen dat er snel weer over de koers wordt gesproken.

zondag 1 juli 2007

Veteranendag

Vrijdag marcheerden kromgetrokken oorlogsveteranen beladen met medailles door Den Haag. Zondag klommen wielerveteranen juichend op talrijke podia. De wieleropa’s Christophe Moreau en Beat Zberg (beiden 36) mochten in Frankrijk en Zwitserland met de bloemen zwaaien. In Nederland won de 34-jarige Koos Moerenhout. Het was de vijfde keer op rij dat het Nederlands Kampioenschap door een rijpe dertiger werd gewonnen. Een 34-jarige Boogerd (2006), een 33-jarige Van Bon (2005) en Dekker(2004) en een 35-jarige Kemna (2003) gingen hem voor.

Ik gun Moerenhout zijn titel van harte. Hij reed al vaak mee in de finale, maar wist nooit te winnen. Toch had ik het aardiger gevonden als een jongeling had gewonnen. Nederland is het enige klassieke wielerland waar al vijf jaar lang geen twintiger bovenop het podium klom. Ook in het sterkst bezette nationale kampioenschap ter wereld, het Italiaanse, winnen regelmatig stevige dertigers. Bettini en Moreni waren de afgelopen jaren aan het feest, maar zij werden afgewisseld door jonge talenten. Gasparotto werd 2 jaar geleden op 23-jarige leeftijd kampioen. Dit jaar won de 24-jarige Visconti. Het wordt tijd dat Reus, De Maar, Gesink of Langenberg hun voorbeeld volgen en snel een rood-wit-blauwe trui aantrekken