Wielrennen is een sport die dwars door het leven gaat. Niet opgesloten binnen kalklijnen of zwembanen. Het waait er net zo hard als in het echte leven, de hagelstenen komen net zo genadeloos naar beneden en de velden met klaprozen bloeien er net zo uitbundig. De renners fietsen door dorpjes waar het gewone leven gewoon doorgaat: tussen de kopgroep en het peloton ziet een oud vrouwtje met boodschappenmand net even tijd om over te steken.
Wielrennen is een sport van bakkers- en slagerszonen, van timmerlieden en andere dorpelingen. Een zoon van een advocaat, makelaar of ambtenaar schopt het zelden tot topsprinter. Kinderen van consultants en speculanten raken zelden in de kop van het peloton over de bergen. Bij concrete beroepen horen concrete producten: ik heb het altijd gewaardeerd dat wielerploegen werden gesponsord door fabrikanten van stofzuigers en koelkasten, van koffiezetapparaten en parketvloeren. Ook de ijsverkopers (Miko, IJsboerke) en de patatfabrikanten (Farm Frites) zag ik graag, net als de sigarettenfabrikanten (Caballero) en de bier- en wijnproducenten. Producten die je kunt voelen en proeven. Sponsoren uit een tijd van voor de ‘oortjes’.
Wie nu een kijkje neemt in het wielerpeloton, ziet dat telecomgiganten, banken en verzekeringsmaatschappijen het hebben overgenomen. Slechts heel af en toe fietst een product voorbij dat je vast kunt houden. Alleen de zeepjes van Aqua & Sapone, de melk van Milram en de chocolaatjes van Chocolade Jacques zou ik willen ruiken en proeven. Het is een zo schrale oogst dat ik soms zelfs terugverlang naar de stofzuigers van Polti of de gesteriliseerde bieren van Buckler.
dinsdag 10 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten