Een Spanjaard en een Italiaan zijn, als het op voedsel aankomt, geen mietjes. Ze eten veel en zijn best in voor een experiment. Maar pindakaas gaat ze een stap te ver. Ook de Fransman zal moeite hebben om zijn maag in bedwang te houden bij de geur van pindakaas. Voor de Nederlander echter is het product behalve een lekkernij ook een symbool van zuiverheid en eerlijkheid. Helaas is er voor dat soort fraaie waarden in het huidige wielermilieu geen plaats meer: 'Je wint de Tour niet op een boterham met pindakaas.'
Er doet dit jaar slechts een handvol Nederlanders mee aan de Tour. De kans dat er dit jaar iemand op een broodje pindakaas de Tour wint is dus klein. Of houdt de Amerikaan Leipheimer misschien van pindakaas? Amerikanen kunnen op pindakaasgebied nog wel eens verrassend uit de hoek komen. Maar ik vrees dat Levi behalve pindakaas ook nog wel wat minder oud-Hollandse lekkernijen naar binnen werkt om zijn kansen in de Tour te vergroten. En ik ben ook bang dat veel van zijn concurrenten hun pasta, tortilla, Bratwurst en paardenmelk al evenzeer afwisselen met producten die niet in een gemiddelde supermarkt te vinden zijn.
Voor de pindakaasliefhebber zou de Tour geslaagd zijn als Wiggins de proloog zou winnen en als Sandy Casar of Thomas Föthen in het geel naar Parijs zouden rijden. Cavendish zou de groene trui moeten pakken, Di Gregorio de bolletjestrui en Linus Gerdemann het jongerenklassement. Als ik dan toch een hand in het vuur moet steken, laat ik het dan voor deze renners doen. Zij maken de meeste kans op de pindakaastrofee.
vrijdag 6 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten