Aan de vooravond van de Tour de France voeren Italië en Spanje de UCI ranglijst bij de landen aan. Italië staat dit keer wel erg ver voor op de anderen, maar verder wordt het beeld van de laatste jaren bevestigd: Italië en Spanje zijn de twee sterkste wielerlanden. Misschien dat dit verandert als de dopingrevolutie echt uitbreekt, maar voorlopig kunnen landen als Australië, Duitsland en België niet echt in de buurt komen. De Verenigde Staten, die de voorbije jaren soms bij de beste 3 hoorde, staat nu slechts op een 11e plaats. Nederland staat 8e, een plaats die overeenkomst met die van de voorbije jaren. Andere landen bij de beste 10: Rusland, Kazachstan, Frankrijk en vooral Luxemburg.
Luxemburg is niet groter dan de provincie Drenthe en heeft amper meer inwoners. De meeste van die inwoners rijden in dure auto’s, slechts een enkele dwaas stapt op een fiets. Aan het vorige nationale kampioenschap deden bij de eliterenners nog geen tien renners mee. Ik tel bij de teams uit de Protour slechts 4 Luxemburgers: Benoit Joachim, Kim Kirchen en de broertjes Schleck. Vooral Kirchen en de Schleckjes presteerden echter zo goed dat Luxemburg op de 6e plaats staat op de UCI-ranglijst. Dat betekent wellicht dat ze met meer renners mogen meedoen aan het komende WK dan ze beschikbaar hebben.
Er hebben nooit hordes Luxemburgers meegereden in het wielerpeloton. Toch won reeds drie keer een Luxemburger de Tour. De kans dat een Luxemburger die op een fiets gaat zitten ooit de Tour wint, lijkt statistisch gezien vele malen groter dan de kans dat een Nederlander dat doet. Wie hoopt op rood-wit-blauw succes bij de komende Tour, kan daarom het best duimen voor Frank Schleck.
zaterdag 30 juni 2007
vrijdag 29 juni 2007
Moordenaars, verkrachters en wielrenners
Danilo Di Luca heeft inmiddels het antidopingcharter getekend. Ook de Rabobankploeg deed dat, zij het onder protest. Eddy Mazzoleni en José Angel Gomez Marchante gaan definitief niet naar de Tour gaan. Maar hét wielerbericht van vandaag staat in de Volkskrant: ‘Nederlandse wielrenner verliest plezier in zijn sport.’
Veel Nederlandse wielrenners hebben het er moeilijk mee dat hun sport de laatste maanden nog maar zelden centraal staat: bijna altijd gaat het over doping. Een begrijpelijke irritatie. Minder begrijpelijk vind ik dat de meeste renners tegen het afstaan van dna zijn. Zou de sport criminaliseren. Kai Reus in de Volkskrant: 'Vroeger moesten moordenaars en verkrachters hun dna afstaan, nu moordenaars, verkrachters en wielrenners.'
Ik kan me voorstellen dat je klaagt over de aandacht die de pers besteed aan doping. Begrijp ook dat je zeurt over het afstaan van dna. Maar jammeren over beide kan ik niet met elkaar rijmen. Het afstaan van dna zou immers de beste manier zijn om dopinggebruik te reduceren. Ik zou het spijtig vinden als wielrennen ooit een volledig schone en transparante sport wordt: de verhalen over honden, pannenkoeken, zwarte ruiters, bloedzakjes zijn immers gauw zo smeuïg als een gemiddelde vlakke etappe. Maar ik zou het nog treuriger vinden als de tendens zich doorzet dat opgeblazen kermiscoureurs opeens bergetappes winnen. 'We sponsoren een wielerwedstrijd, geen reclamecampagne voor de farmaceutische industrie’ zei de Duitse televisiezender ZDF vorig jaar treffend.
Ik herinner met niet meer in welke krant, maar ik las deze week een kort gesprekje met Eddy Bouwmans. De laatste Nederlandse winnaar van het jongerenklassement in de Tour. Een talent dat daarna nooit helemaal is doorgebroken. Bouwmans zelf is eerlijk. Hij erkent dat doping niet de enige reden was dat hij de top niet haalde, maar toch: ‘Wie de verhalen over wielrennen de afgelopen maanden gevolgd heeft, kent één van de redenen waarom het met die top nooit helemaal gelukt is.’
Veel Nederlandse wielrenners hebben het er moeilijk mee dat hun sport de laatste maanden nog maar zelden centraal staat: bijna altijd gaat het over doping. Een begrijpelijke irritatie. Minder begrijpelijk vind ik dat de meeste renners tegen het afstaan van dna zijn. Zou de sport criminaliseren. Kai Reus in de Volkskrant: 'Vroeger moesten moordenaars en verkrachters hun dna afstaan, nu moordenaars, verkrachters en wielrenners.'
Ik kan me voorstellen dat je klaagt over de aandacht die de pers besteed aan doping. Begrijp ook dat je zeurt over het afstaan van dna. Maar jammeren over beide kan ik niet met elkaar rijmen. Het afstaan van dna zou immers de beste manier zijn om dopinggebruik te reduceren. Ik zou het spijtig vinden als wielrennen ooit een volledig schone en transparante sport wordt: de verhalen over honden, pannenkoeken, zwarte ruiters, bloedzakjes zijn immers gauw zo smeuïg als een gemiddelde vlakke etappe. Maar ik zou het nog treuriger vinden als de tendens zich doorzet dat opgeblazen kermiscoureurs opeens bergetappes winnen. 'We sponsoren een wielerwedstrijd, geen reclamecampagne voor de farmaceutische industrie’ zei de Duitse televisiezender ZDF vorig jaar treffend.
Ik herinner met niet meer in welke krant, maar ik las deze week een kort gesprekje met Eddy Bouwmans. De laatste Nederlandse winnaar van het jongerenklassement in de Tour. Een talent dat daarna nooit helemaal is doorgebroken. Bouwmans zelf is eerlijk. Hij erkent dat doping niet de enige reden was dat hij de top niet haalde, maar toch: ‘Wie de verhalen over wielrennen de afgelopen maanden gevolgd heeft, kent één van de redenen waarom het met die top nooit helemaal gelukt is.’
donderdag 28 juni 2007
Voorspellen van het verleden
Zware tijden voor liefhebbers van de Tourtoto. Amper een week voor de start van de Tour de France, is nog lang niet zeker wie er mee zullen doen. Rijdt Petacchi mee of zal hij worden geschorst? Komt Valverde aan de start? Wordt voor de start van de Tour nog één van de ‘zwarte renners’ ontmaskerd? En zijn dat echt de grote namen die iedereen verwacht?
Wat kunnen we verwachten van de renners die uiteindelijk aan de start verschijnen? Zijn zij minder volgespoten dan andere jaren? Wint degene die het voorzichtigst is of juist degene die het meest durft te riskeren? En wat als de winnaar nog geen week na dato wordt ontmaskerd als bedrieger. Het gebeurde Landis vorig jaar in de Tour, Heras het jaar daarvoor in de Vuelta, en wellicht ook Di Luca dit jaar in de Giro.
De Tourtoto in zijn huidige vorm is achterhaald. Is het niet veel eigentijdser om te voorspellen wie vorig jaar de Tour heeft gewonnen? Wie steekt zijn hand in het vuur voor Pereiro? Wie won de Tour in 2004? Wie de berg- en wie de bolletjestrui? U kunt nu inschrijven. Uitslag over een paar jaar.
Wat kunnen we verwachten van de renners die uiteindelijk aan de start verschijnen? Zijn zij minder volgespoten dan andere jaren? Wint degene die het voorzichtigst is of juist degene die het meest durft te riskeren? En wat als de winnaar nog geen week na dato wordt ontmaskerd als bedrieger. Het gebeurde Landis vorig jaar in de Tour, Heras het jaar daarvoor in de Vuelta, en wellicht ook Di Luca dit jaar in de Giro.
De Tourtoto in zijn huidige vorm is achterhaald. Is het niet veel eigentijdser om te voorspellen wie vorig jaar de Tour heeft gewonnen? Wie steekt zijn hand in het vuur voor Pereiro? Wie won de Tour in 2004? Wie de berg- en wie de bolletjestrui? U kunt nu inschrijven. Uitslag over een paar jaar.
Nederlands talent in de Tour
Iedereen die de afgelopen jaren de krant heeft gelezen weet dat Weening, Dekker en Gesink de komende jaren de Tour gaan winnen. Kwestie van afwachten. Maar voorlopig zou het al een verbetering zijn als er eens een andere renner dan Michael Boogerd bij de beste 50 weet te rijden. Dat gebeurde voor het laatst in de beruchte Tour de Dopage van 1998, toen Maarten den Bakker 33e werd en Koos Moerenhout 44e. Sindsdien hield uitsluitend Boogerd stand in de eindklassementen. De andere Nederlanders moest je, als het meezat, zoeken vanaf de 60e plaats. Ook toekomstig winnaar Weening eindigde tot nu toe nooit hoger dan op de 83e plaats.
Pieter Weening was overigens wel de enige Nederlander die in de laatste drie edities juichend over de finish kwam (hoewel juichend: het was zo’n fotofinish dat hij de tijd niet had om zijn handen om hoog te steken). Verder spelen de Nederlandse renners de laatste jaren ook in de dagklassementen geen belangrijke rol. Als de Nederlandse Rabobank-ploeg zich de laatste jaren toch behoorlijk in de kijker reed, was dat dankzij buitenlandse huurlingen als Menchov, Rasmussen en Freire.
Het zou mooi zijn als we binnenkort ook in de Tour de France kunnen zien dat er weer een veelbelovende Nederlandse wielergeneratie zit aan te komen. Thomas Dekker krijgt dit jaar al een kans om zich te tonen en misschien dat ook Stef Clement en Pieter Weening iets leuks laten zien. Veel andere Nederlandse talenten volgen de Tour thuis op de bank. Wachten we net zo lang met het brengen van talent tot ze geen talent meer hebben? De topprestatie van Andy Schleck in de Giro toont dat je niet altijd voorzichtig hoeft te zijn. De Giro is de Tour niet en Andy Schleck is geen Kai Reus, Marc de Maar of Theo Eltink. Maar ik had het mooi gevonden als in ieder geval die laatste een kans had gekregen. En ook Sebastian Langeveld rijdt de laatste weken zo goed dat ik hem graag in de Tour had gezien.
Pieter Weening was overigens wel de enige Nederlander die in de laatste drie edities juichend over de finish kwam (hoewel juichend: het was zo’n fotofinish dat hij de tijd niet had om zijn handen om hoog te steken). Verder spelen de Nederlandse renners de laatste jaren ook in de dagklassementen geen belangrijke rol. Als de Nederlandse Rabobank-ploeg zich de laatste jaren toch behoorlijk in de kijker reed, was dat dankzij buitenlandse huurlingen als Menchov, Rasmussen en Freire.
Het zou mooi zijn als we binnenkort ook in de Tour de France kunnen zien dat er weer een veelbelovende Nederlandse wielergeneratie zit aan te komen. Thomas Dekker krijgt dit jaar al een kans om zich te tonen en misschien dat ook Stef Clement en Pieter Weening iets leuks laten zien. Veel andere Nederlandse talenten volgen de Tour thuis op de bank. Wachten we net zo lang met het brengen van talent tot ze geen talent meer hebben? De topprestatie van Andy Schleck in de Giro toont dat je niet altijd voorzichtig hoeft te zijn. De Giro is de Tour niet en Andy Schleck is geen Kai Reus, Marc de Maar of Theo Eltink. Maar ik had het mooi gevonden als in ieder geval die laatste een kans had gekregen. En ook Sebastian Langeveld rijdt de laatste weken zo goed dat ik hem graag in de Tour had gezien.
dinsdag 26 juni 2007
De dood op de hielen
Er zijn natuurlijk wielrenners die hoogbejaard hun laatste adem uitblazen. Omringd door kinderen en kleinkinderen. Maar er zijn er ook veel die een tragische dood sterven, jong en eenzaam. Ik weet niet of zelfmoord in wielerkringen meer voorkomt dan in andere sporten, maar de recente zelfmoordpoging van Frank Vandenbroucke past in elk geval in wat je – enigszins overdreven – een wielertraditie zou kunnen noemen. De dood van Marco Pantani ligt nog vers in het geheugen. Ook de Schotse werelduurrecordhouder Graeme Obree deed verschillende zelfmoordpogingen. De Spaanse klimmer José María Jimenez pleegde weliswaar geen zelfmoord, maar stierf in een kliniek waar hij wegens zware psychische klachten werd behandeld. Wielerlegende Luis Ocaña schoot zichzelf op middelbare leeftijd overhoop.
Behalve het aantal fietsende suicidalen, valt ook het aantal renners op dat sterft in het harnas. Soms terwijl het publiek toekijkt (Simson, Agostinho, Casartelli, Kivilev, Galvez), soms als ze aan het trainen zijn (Ochoa). Ook het Spaanse wielertalent Mariano Rojas stierf tijdens een trainingsrit. Hij werd in 1996 aangereden door een auto en overleed een paar uur later in het ziekenhuis. Rojas bereidde zich op dat moment voor op de Tour de France, waarin hij zijn kopman Laurent Jalabert zou bijstaan.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de dood van Rojas alweer was vergeten, maar de afgelopen maanden heb ik regelmatig aan hem gedacht. Dat was te danken aan zijn broer, José Joaquín. Die rijdt voor Caisse d’Epargne en mengde zich in de voorbije Giro enkele keren in de massasprints. Hij eindigde een paar keer bij de beste tien. Toch had het weinig gescheeld of José Joaquín was zijn broer achterna gegaan. Begin dit seizoen werd ook hij geschept door een auto. ‘Als hij geen helm had gedragen, was hij dood geweest’, zeiden de artsen.
Behalve het aantal fietsende suicidalen, valt ook het aantal renners op dat sterft in het harnas. Soms terwijl het publiek toekijkt (Simson, Agostinho, Casartelli, Kivilev, Galvez), soms als ze aan het trainen zijn (Ochoa). Ook het Spaanse wielertalent Mariano Rojas stierf tijdens een trainingsrit. Hij werd in 1996 aangereden door een auto en overleed een paar uur later in het ziekenhuis. Rojas bereidde zich op dat moment voor op de Tour de France, waarin hij zijn kopman Laurent Jalabert zou bijstaan.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de dood van Rojas alweer was vergeten, maar de afgelopen maanden heb ik regelmatig aan hem gedacht. Dat was te danken aan zijn broer, José Joaquín. Die rijdt voor Caisse d’Epargne en mengde zich in de voorbije Giro enkele keren in de massasprints. Hij eindigde een paar keer bij de beste tien. Toch had het weinig gescheeld of José Joaquín was zijn broer achterna gegaan. Begin dit seizoen werd ook hij geschept door een auto. ‘Als hij geen helm had gedragen, was hij dood geweest’, zeiden de artsen.
maandag 25 juni 2007
Kinderen op de Zoncolan II
Ook vandaag geen nieuws in de Gazzetta dello Sport over kinderen op de Zoncolan? (zie blog van gisteren). Heeft de krant die van oudsher de Giro organiseert geen nieuws te melden of zwijgt ze om verdere negatieve publiciteit te voorkomen? Als DiLuca zou hebben gesjoemeld zou het betekenen dat de Giro voor het tweede opeenvolgende jaar door een valsspeler zou zijn gewonnen (vorig jaar won immers Basso). Nederlandse kranten, zoals de Telegraaf en NRC besteedden wel aandacht aan de verdacht lage bloedwaardes van enkele toppers uit de voorbije Giro.
Van de zwarte ruiters voorlopig geen spoor.
Van de zwarte ruiters voorlopig geen spoor.
zondag 24 juni 2007
Kinderen op de Zoncolan
In eerdere blogs heb ik al gewezen op enkele fantastische wielerfeuilletons die op dit moment in de maak zijn, zoals dat van de zwarte ruiters. Gisteren viel mijn oog op een bericht in de Vlaamse krant Het Nieuwsblad. Gilberto Simoni, Danilo Di Luca, Eddy Mazzoleni en Ricardo Ricco zouden na afloop van de Giro-etappe naar de Zoncolan zulke lage bloedwaarden hebben gehad dat het verdacht was. 'Het waren de waarden van kinderen die de adolescentie nog moeten doormaken.' Het Nieuwsblad citeerde de Italiaanse krant Corriere dello Sport. Gefascineerd ben ik in de Italiaanse media gaan zoeken naar bevestigingen en aanvullingen op dit bericht, maar zonder succes. Is dit een van de vele wielerfeuilletons die beginnen met een smakelijke inleiding om vervolgens halverwege het eerste hoofdstuk te worden afgebroken? Of gaan we meer horen van de avonturen van deze kinderen op de Zoncolan?
zaterdag 23 juni 2007
Horse Categorie
Herbert Dijkstra spreekt Russisch, maar verder blinken Nederlandse wielercommentatoren niet uit in talenkennis. Namen van Spaanse, Italiaanse en Franse wielrenners worden vaak behoorlijk verminkt. Ook wielerbegrippen worden vaak mishandeld. Ik hoor nog hoe Steven Rooks, nota bene zelf ooit winnaar van de bolletjestrui, de 'Hors Catégorie' verbasterde tot 'Horse Categorie'. Dat klonk meer als 'paardencategorie' dan als 'buitencategorie'. Toen ik gisteren op www.cyclingnews.com las over paarden die waren losgebroken op het parcours van de Ronde van Zwitserland, moest ik dan ook direct aan Steven Rooks denken.
Zie ook http://www.cyclingnews.com/news.php?id=news/2007/jun07/jun22news2
Zie ook http://www.cyclingnews.com/news.php?id=news/2007/jun07/jun22news2
Tien meest verrassende Nederlandse renners
Natuurlijk reed Michael Boogerd weer bij de eersten in de Amstel en in Luik, maar dit waren wat mij betreft de meest verrassende Nederlandse renners van de eerste helft van het wielerseizoen 2007.
1. Robert Gesink
Iedereen die het wielrennen van nabij volgt, wist dat Gesink een groot talent was. Toch zullen maar weinigen hebben voorspeld dat hij zich in zijn eerste jaar al zo in de kijker zou rijden. Zijn ritzege in de koninginnerit van de ronde van België was indrukwekkend, maar gezien het sterke deelnemersveld spreken zijn 9e plek in de Waalse pijl en zijn 13e plek in de Ronde van Romandië nog meer tot de verbeelding. Jammer dat hij ziek werd in de Dauphiné.
2. Thomas Dekker
Dekker werkt niet samen met de meest onbesproken arts uit het wielerpeloton, maar wie puur naar de resultaten kijkt, moet concluderen dat hij ook dit jaar voldoet aan de hoge verwachtingen. In de Tirreno en in zekere zin ook de Amstel viel hij wat tegen, maar zijn overwinning in Romandië maakte alles goed. Ook in Luik reed hij sterk en in de Ronde van Zwitserland won hij een bergetappe.
3. Stef Clement
Na Gesink wellicht de meest verrassende Nederlandse renner van de eerste seizoenshelft. Werd 6e in de tijdrit in de sterk bezette Dauphiné, nog voor Leipheimer, Valverde, Hincapie en Millar. Toonde zich twee dagen later ook nog in een rit in het middengebergte. Reed enige uren virtueel in de leiderstrui.
4. Sebastian Langeveld
De jonge talenten Kai Reus en Marc de Maar hebben, mede door blessures, nog niet helemaal kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Ook voor Sebastian Langeveld viel het voorseizoen grotendeels in het water. Sinds enkele weken komt hij echter op stoom. Was goed in de Ronde van Luxemburg en won vandaag de Ster Elektrotour.
5. Laurens ten Dam
Reed zich zowel in Catalonië als in Zwitserland in enkele bergritten in de kijker. Werd in Catalonië negende in het eindklassement.
6. Tom Stamsnijder
Opgeleid bij Rabo, maar vorig jaar vertrokken naar Gerolsteiner. Reed in Parijs-Roubaix lang in de kopgroep. Hoewel hij nog geen spectaculaire uitslagen reed, gaf hij ook in andere voorjaarsklassiekers blijk van aanvalslust
7. Joost Posthuma
Reed een licht tegenvallende Parijs-Nice en had verder door blessures nauwelijks kansen om zich te laten zien. Die ene koers waarin hij zich wel toonde (De Panne) was hij meteen zo goed dat hij alleen Ballan, de latere winnaar van de Ronde van Vlaanderen, voor zich hoefde te dulden. Kan de komende jaren bij de beste vijf rijden in Vlaanderen en Roubaix.
8. Rick Flens
Reed een sterke Ronde van België, zowel qua uitslag (5e in het eindklassement) als qua aanvallende manier van rijden.
9. Pieter Weening
Breekt hij definitief door of stagneert hij? Na het sterke seizoen 2005 viel 2006 tegen. Tot dusver lijkt 2007 weer beter te gaan worden – Weening toonde zich o.a. in de Amstel – maar is nog niet op het niveau dat sommige volgers hem hadden toegedicht.
10. Erik Dekker
Geen renner meer, maar waar hij in de volgwagen zat (Romandië, Ronde van België, De Panne, Ster Elektro) reed Rabo opvallend en vaak opvallend goed.
Eervolle vermeldingen: Kenny van Hummel (verschillende ereplaatsen in kleinere rondes), Floris Goesinnen (lang in de kopgroep in Roubaix) en Maarten Tjallingii (2e in het eindklassement van de Ronde van België).
1. Robert Gesink
Iedereen die het wielrennen van nabij volgt, wist dat Gesink een groot talent was. Toch zullen maar weinigen hebben voorspeld dat hij zich in zijn eerste jaar al zo in de kijker zou rijden. Zijn ritzege in de koninginnerit van de ronde van België was indrukwekkend, maar gezien het sterke deelnemersveld spreken zijn 9e plek in de Waalse pijl en zijn 13e plek in de Ronde van Romandië nog meer tot de verbeelding. Jammer dat hij ziek werd in de Dauphiné.
2. Thomas Dekker
Dekker werkt niet samen met de meest onbesproken arts uit het wielerpeloton, maar wie puur naar de resultaten kijkt, moet concluderen dat hij ook dit jaar voldoet aan de hoge verwachtingen. In de Tirreno en in zekere zin ook de Amstel viel hij wat tegen, maar zijn overwinning in Romandië maakte alles goed. Ook in Luik reed hij sterk en in de Ronde van Zwitserland won hij een bergetappe.
3. Stef Clement
Na Gesink wellicht de meest verrassende Nederlandse renner van de eerste seizoenshelft. Werd 6e in de tijdrit in de sterk bezette Dauphiné, nog voor Leipheimer, Valverde, Hincapie en Millar. Toonde zich twee dagen later ook nog in een rit in het middengebergte. Reed enige uren virtueel in de leiderstrui.
4. Sebastian Langeveld
De jonge talenten Kai Reus en Marc de Maar hebben, mede door blessures, nog niet helemaal kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Ook voor Sebastian Langeveld viel het voorseizoen grotendeels in het water. Sinds enkele weken komt hij echter op stoom. Was goed in de Ronde van Luxemburg en won vandaag de Ster Elektrotour.
5. Laurens ten Dam
Reed zich zowel in Catalonië als in Zwitserland in enkele bergritten in de kijker. Werd in Catalonië negende in het eindklassement.
6. Tom Stamsnijder
Opgeleid bij Rabo, maar vorig jaar vertrokken naar Gerolsteiner. Reed in Parijs-Roubaix lang in de kopgroep. Hoewel hij nog geen spectaculaire uitslagen reed, gaf hij ook in andere voorjaarsklassiekers blijk van aanvalslust
7. Joost Posthuma
Reed een licht tegenvallende Parijs-Nice en had verder door blessures nauwelijks kansen om zich te laten zien. Die ene koers waarin hij zich wel toonde (De Panne) was hij meteen zo goed dat hij alleen Ballan, de latere winnaar van de Ronde van Vlaanderen, voor zich hoefde te dulden. Kan de komende jaren bij de beste vijf rijden in Vlaanderen en Roubaix.
8. Rick Flens
Reed een sterke Ronde van België, zowel qua uitslag (5e in het eindklassement) als qua aanvallende manier van rijden.
9. Pieter Weening
Breekt hij definitief door of stagneert hij? Na het sterke seizoen 2005 viel 2006 tegen. Tot dusver lijkt 2007 weer beter te gaan worden – Weening toonde zich o.a. in de Amstel – maar is nog niet op het niveau dat sommige volgers hem hadden toegedicht.
10. Erik Dekker
Geen renner meer, maar waar hij in de volgwagen zat (Romandië, Ronde van België, De Panne, Ster Elektro) reed Rabo opvallend en vaak opvallend goed.
Eervolle vermeldingen: Kenny van Hummel (verschillende ereplaatsen in kleinere rondes), Floris Goesinnen (lang in de kopgroep in Roubaix) en Maarten Tjallingii (2e in het eindklassement van de Ronde van België).
vrijdag 22 juni 2007
Men in black
‘Ze dragen anonieme kleding en trainen op vreemde plaatsen.' Welkom bij het nieuwste wielerfeuilleton. Titel: ‘The men in black’. Hoofdrolspelers: zes bekende wielrenners die zich vermommen en verstoppen om te voorkomen dat de dopinginspecteurs van de UCI ze te grazen nemen. De verhalen van de bloedzakjes en van de ‘pannenkoeken’ komen opeens over als veredelde streekromans. ‘The men in black’ belooft een klassieke ridderroman te worden, een episch drama. De zwarte ruiters.
Afhankelijk van de auteur kan het thema als komedie of als tragedie worden gebracht. Renners met pruik en plaksnor, in lompen gehuld. Trainend in streken waar al jaren geen mens meer is gesignaleerd. Dopinginspecteurs in de brandende hitte, vanachter een rotsblok loerend met een verrekijker. Naast hen hun plastic moordwapen. Geen zwaard, geen speer. Een levensgevaarlijk, soms zelfs dodelijk pispotje.
Zal het tweede hoofdstuk net zo spannend zijn als het eerste? Zien we daarin Rasmussen vermomd als oud vrouwtje? Sastre met harnas en helm op de hoogvlakte? Bettini en Vinokourov in burka op tandem? In dat geval sla ik dit jaar gerust de Tour de France over. De ontknoping van ‘The men in black’ lijkt mij vele malen spannender.
Afhankelijk van de auteur kan het thema als komedie of als tragedie worden gebracht. Renners met pruik en plaksnor, in lompen gehuld. Trainend in streken waar al jaren geen mens meer is gesignaleerd. Dopinginspecteurs in de brandende hitte, vanachter een rotsblok loerend met een verrekijker. Naast hen hun plastic moordwapen. Geen zwaard, geen speer. Een levensgevaarlijk, soms zelfs dodelijk pispotje.
Zal het tweede hoofdstuk net zo spannend zijn als het eerste? Zien we daarin Rasmussen vermomd als oud vrouwtje? Sastre met harnas en helm op de hoogvlakte? Bettini en Vinokourov in burka op tandem? In dat geval sla ik dit jaar gerust de Tour de France over. De ontknoping van ‘The men in black’ lijkt mij vele malen spannender.
dinsdag 19 juni 2007
Wacht u voor de hond
Het wielerpeloton lijkt soms een kudde dieren op weg naar een drinkplaats. Kijk maar wie er voorbij komen: het olifantje (Pantani), de valk (Savoldelli), het eekhoorntje (Garzelli), de leeuwenkoning (Cipollini), de krekel (Bettini), en heel in de verte ook de buffel (Gutierrez) en de das (Hinault). In hun kielzog klimgeiten en talrijke adelaars. De meeste renners zijn genoemd naar snelle, sterke en vooral wilde dieren. Huisdieren lopen niet mee in de optocht, met uitzondering van Andrew Hampsten, die wel het ‘konijn’ werd genoemd. Toch spelen huisdieren een belangrijke rol in de wielersport, vooral de hond.
De wielergeschiedenis kent talloze voorbeelden van renners die werden getorpedeerd door overstekende honden en als gevolg daarvan in de lappenmand raakten. De laatste jaren trof dat lot o.a. Thomas Dekker en Samuel Dumoulin. Ook Tyler Hamilton werd ooit geveld door een hond: hij stapte in 2004 uit de Tour de France omdat zijn golden retriever was overleden. Bijna net zo bekend: de hond van Frank VandenBroucke. Toen in het huis van de Belgische wielrenner vrachtladingen EPO werden gevonden, zei hij dat deze bestemd waren voor zijn hond.
Sinds vorig jaar stelen twee nieuwe wielerhonden de show. De beroemdste is Birillo, de hond van Ivan Basso, die namens zijn baas talloze bloedzakjes van dokter Fuentes ontving. Ook Piti, de herdershond van Valverde lijkt een trouwe patiënt van de dopingdokter te zijn. Een beetje wielrenner waakt tegenwoordig voor de hond. Zelfs als het beest in zijn mand blijft liggen, kan hij genadeloos bijten. Om door een hond onderuit te worden gehaald, hoef je al lang niet meer in volle sprint over hem te stuiteren, zoals Joaquim Agostinho gebeurde. Het werd zijn dood.
De wielergeschiedenis kent talloze voorbeelden van renners die werden getorpedeerd door overstekende honden en als gevolg daarvan in de lappenmand raakten. De laatste jaren trof dat lot o.a. Thomas Dekker en Samuel Dumoulin. Ook Tyler Hamilton werd ooit geveld door een hond: hij stapte in 2004 uit de Tour de France omdat zijn golden retriever was overleden. Bijna net zo bekend: de hond van Frank VandenBroucke. Toen in het huis van de Belgische wielrenner vrachtladingen EPO werden gevonden, zei hij dat deze bestemd waren voor zijn hond.
Sinds vorig jaar stelen twee nieuwe wielerhonden de show. De beroemdste is Birillo, de hond van Ivan Basso, die namens zijn baas talloze bloedzakjes van dokter Fuentes ontving. Ook Piti, de herdershond van Valverde lijkt een trouwe patiënt van de dopingdokter te zijn. Een beetje wielrenner waakt tegenwoordig voor de hond. Zelfs als het beest in zijn mand blijft liggen, kan hij genadeloos bijten. Om door een hond onderuit te worden gehaald, hoef je al lang niet meer in volle sprint over hem te stuiteren, zoals Joaquim Agostinho gebeurde. Het werd zijn dood.
maandag 18 juni 2007
Fotofinish
De lente kent vele boodschappers: de narcissen die uitkomen, het eerste biertje op een terras, en de modderige kasseien van een Vlaamse straatweg. Afgelopen zaterdag werd de eerste Vlaamse wielerklassieker van het jaar gereden: de wielrenners ontwaakten uit hun winterslaap. Weldra zullen ze beginnen aan de Rit naar de Zon, en in het late najaar eindigen ze met de Koers van de Vallende Bladeren. Daar tussenin hoge bergen en diepe dalen, met afdalingen vlak langs het ravijn. Het wielerseizoen is een van de sprekendste samenvattingen van een mensenleven, ieder jaar weer.
De dag na de opening van het wielerseizoen fiets ik zelf een rondje. Een groepje veteranen zoeft mij voorbij. Buik, baard, hier en daar een hoofdhaar. Doordeweeks zitten de heren misschien gevangen in een driedelig kostuum, nu dragen ze strakke truitjes die niet voor hun lijven zijn ontworpen. Op die truitjes de namen van hun favoriete wielerploegen. Als kinderen die apetrots rondlopen in een shirtje van Ronaldinho of Messi. Wielerliefhebbers zijn een beetje kind gebleven. Fietsend door de polder, dromen ze van de Ventoux.
Ze beuken tegen de wind in. Schuim om de mond, grote plaat. Hun kindertijd fiest steeds een paar meter voor ze uit, maar blijft binnen schot. Ze zullen samen over de streep gaan. Zelfs de fotofinish zal niet duidelijk kunnen maken wie er heeft gewonnen, de oudere mannen of de kinderen die zij ooit waren.
De dag na de opening van het wielerseizoen fiets ik zelf een rondje. Een groepje veteranen zoeft mij voorbij. Buik, baard, hier en daar een hoofdhaar. Doordeweeks zitten de heren misschien gevangen in een driedelig kostuum, nu dragen ze strakke truitjes die niet voor hun lijven zijn ontworpen. Op die truitjes de namen van hun favoriete wielerploegen. Als kinderen die apetrots rondlopen in een shirtje van Ronaldinho of Messi. Wielerliefhebbers zijn een beetje kind gebleven. Fietsend door de polder, dromen ze van de Ventoux.
Ze beuken tegen de wind in. Schuim om de mond, grote plaat. Hun kindertijd fiest steeds een paar meter voor ze uit, maar blijft binnen schot. Ze zullen samen over de streep gaan. Zelfs de fotofinish zal niet duidelijk kunnen maken wie er heeft gewonnen, de oudere mannen of de kinderen die zij ooit waren.
Abonneren op:
Posts (Atom)