Helemaal serieus heb ik veldrijden nooit kunnen nemen. Als alle bladeren gevallen zijn, komen de veldrijders uit hun holen. Je denkt aan schaatsen en snert, en een paar malloten springen op een fiets. Ze trappen door de blubber. Grappig om te zien, maar een hart gaat er niet sneller van slaan. Het wielrennen inspireert schrijvers, het veldrijden niet. Misschien is het omdat veldrijders nergens naartoe fietsen. Ze draaien rondjes. En ze zijn in een uurtje klaar. Eén van de charmes van een wielerkoers is dat je halverwege de uitzending gerust de hond kunt uitlaten, om daarna verder te kijken.
Toch schuilt er poëzie in het veldrijden. Boom. Baars. Een beetje veldrijder heeft een naam die doet denken aan houthakken en stropen, aan boswachters en landbouwers. Dat Stamsnijder een grote zou worden, stond al vast voordat hij een meter had gefietst. Bij Van der Poel denk je meteen aan glibberige paadjes. Ook Groenendaal en Vos horen thuis op een fiets in een bos. Namen waarin het platteland doorklinkt. Het is wachten tot Bos klaar is met zijn rondjes op de baan. Met zo’n naam hoort hij natuurlijk door de modder te fietsen. Ik verheug me nu al op een titanenstrijd tussen Boom en Bos.
zondag 30 december 2007
maandag 10 september 2007
Gouden Menchov
Menchov (of toch Mentsjov?) is niet de renner met de grootste fanclub. 'Mentaal zwak', zegt de een. 'Wieltjesplakker', zegt de ander. 'Altijd wel een zwakke dag' hoor je ook vaak. Toen hij de afgelopen Tour de France al snel door het ijs zakte, stonden flink wat slagers klaar met hun scherpste messen. Ik weet niet wat zij zeggen nu de Rus van de Rabobank ongenaakbaar door Spanje rijdt.
Denis rijdt in het goud. Kijkt af en toe hooghartig om en ziet de anderen spartelen. Maar wegrijden doet hij niet. Hij lijkt een klasse beter dan zijn tegenstanders, maar toont dat niet. Merkwaardig. Menchov woont in Pamplona. De stad van Indurain en de stad waar zonder enige angst voor de stieren wordt gerend. Een beetje meer van die bravoure zou Denis pas echt een gouden glans geven.
Denis rijdt in het goud. Kijkt af en toe hooghartig om en ziet de anderen spartelen. Maar wegrijden doet hij niet. Hij lijkt een klasse beter dan zijn tegenstanders, maar toont dat niet. Merkwaardig. Menchov woont in Pamplona. De stad van Indurain en de stad waar zonder enige angst voor de stieren wordt gerend. Een beetje meer van die bravoure zou Denis pas echt een gouden glans geven.
dinsdag 28 augustus 2007
Viva la Vuelta!
Wie de Tour de France beschouwt als de hoofdmaaltijd van het wielerseizoen, kan de Vuelta slechts zien als de mosterd erna. Bij de Tour hoort het vakantiegevoel: hartje zomer, campers vol halfblote toeristen langs de cols, pittoreske dorpjes (‘laten we daar eens naartoe gaan op vakantie, Henk!). En ’s avonds trekt een gebruinde Mart Smeets in de kasteeltuin een fles rosé open. Bij de Vuelta daarentegen horen lege landschappen en lelijke voorsteden. Kaarsrechte wegen op weg naar nergens. De meeste cameraploegen zijn naar huis, het licht heeft zelfs in Spanje zijn felste kracht verloren, het seizoen is bijna voorbij. Ik houd van de Vuelta.
De Vuelta heeft minder glamour dan de Tour en de Giro, dat vinden zelfs de Spaanse wielerfans. En er is geen Spaanse renner die liever de Vuelta wint dan de Tour. Toch is de ronde mij dierbaarder. Het is de ronde van de oerbeelden: daar gaat de karavaan, door het leegste land van Europa. De laatste grote voorstelling, het seizoen gaat bijna sluiten. Een bontgekleurde renner waagt een monsterontsnapping door de woestijn. Als een clown die ontsnapt aan een derderangs circus. Op een elektriciteitskabel kijken wat gieren minzaam toe. Ze zijn de enige toeschouwers. Ik stel mijzelf de vraag bijna nooit meer, maar in de Vuelta is er geen ontkomen aan: ‘Hoe sterk is de eenzame fietser..’
De Vuelta heeft minder glamour dan de Tour en de Giro, dat vinden zelfs de Spaanse wielerfans. En er is geen Spaanse renner die liever de Vuelta wint dan de Tour. Toch is de ronde mij dierbaarder. Het is de ronde van de oerbeelden: daar gaat de karavaan, door het leegste land van Europa. De laatste grote voorstelling, het seizoen gaat bijna sluiten. Een bontgekleurde renner waagt een monsterontsnapping door de woestijn. Als een clown die ontsnapt aan een derderangs circus. Op een elektriciteitskabel kijken wat gieren minzaam toe. Ze zijn de enige toeschouwers. Ik stel mijzelf de vraag bijna nooit meer, maar in de Vuelta is er geen ontkomen aan: ‘Hoe sterk is de eenzame fietser..’
zaterdag 25 augustus 2007
Eneco Tour
Al een paar dagen wordt er gefietst in de Eneco Tour. Zowel de Belgische als de Nederlandse televisie vindt deze wedstrijd belangrijk genoeg om live uit te zenden. Zelfs de wereldkampioenschappen atletiek moeten ervoor wijken. Zijn er werkelijk mensen die warm lopen voor deze ronde? Ik beschouw mijzelf als een hardcore wielerliefhebber, maar voor de Eneco Tour blijf ik niet thuis.
'De Eneco Tour is het rondje door België en Nederland dat de UCI heeft bedacht om ook die landen een plezier te doen', schreef een Spaanse krant deze week. Zit een kern van waarheid in. De ronde komt wat geforceerd over. Misschien dat er meer tijd nodig is om de Eneco Tour enige allure te geven. Maar zelf denk ik dat het grootste probleem die naam is: de naam van een ronde moet tot de verbeelding spreken. Op zijn minst moet je meteen een parcours voor je zien, een landschap zien opdoemen. Ronde van Frankrijk, Parijs-Roubaix. Het hoeft niet moeilijk te zijn.
Ook een naam als de 'Druivenkoers' vind ik mooi. Of 'De Draai van de Kaai'. Zelfs met al die naar wielerhelden genoemde koersen (Indurain, Breukink, etc.) kan ik leven. Dauphiné Liberé? Genoemd naar een krant. Op zijn minst een product dat de verbeelding prikkelt. Maar een koers genoemd naar een energiebedrijf, dat kan nooit iets worden. Je kunt energie niet aanraken. Je kunt het niet ruiken en niet proeven. Je kunt het niet eens zien. Dat kan nooit meer opleveren dan een onzichtbare ronde.
'De Eneco Tour is het rondje door België en Nederland dat de UCI heeft bedacht om ook die landen een plezier te doen', schreef een Spaanse krant deze week. Zit een kern van waarheid in. De ronde komt wat geforceerd over. Misschien dat er meer tijd nodig is om de Eneco Tour enige allure te geven. Maar zelf denk ik dat het grootste probleem die naam is: de naam van een ronde moet tot de verbeelding spreken. Op zijn minst moet je meteen een parcours voor je zien, een landschap zien opdoemen. Ronde van Frankrijk, Parijs-Roubaix. Het hoeft niet moeilijk te zijn.
Ook een naam als de 'Druivenkoers' vind ik mooi. Of 'De Draai van de Kaai'. Zelfs met al die naar wielerhelden genoemde koersen (Indurain, Breukink, etc.) kan ik leven. Dauphiné Liberé? Genoemd naar een krant. Op zijn minst een product dat de verbeelding prikkelt. Maar een koers genoemd naar een energiebedrijf, dat kan nooit iets worden. Je kunt energie niet aanraken. Je kunt het niet ruiken en niet proeven. Je kunt het niet eens zien. Dat kan nooit meer opleveren dan een onzichtbare ronde.
dinsdag 17 juli 2007
Fietsende calvinist
Hoeveel weegt verdriet? En wat is het gewicht van een glimlach? Als ik de Deen Rasmussen zie fietsen, krijg ik de indruk dat hij niet alleen op het gewicht van zijn bidons en zijn schroefjes bezuinigt, maar ook op zijn emoties. Hij fietst in de eerste echte Alpenrit minuten voor alle anderen uit. Ongenaakbaar, maar een ambtenaar fietst minder onverschillig naar kantoor. Rasmussen lacht niet. Grimast evenmin. Zelfs als hij over de finish rijdt, steekt hij nauwelijks zijn handen in de lucht. Nog steeds geen lach of traan.
Je zou Rasmussen een zenmonnik op een fiets kunnen noemen. Alle ballast overboord, op zoek naar de totale onthechting. Maar voor een zennmonnik hecht de Deen toch iets te veel aan de gele trui. En de bolletjestrui wil hij ook niet loslaten. Nee, Rasmussen is veeleer een hardcore calvinist in een katholieke sport. Als wielrennen een sport is van barok lijden, van kruistocht en opstanding, van schietgebedjes en kruistekens, dan fietst Rasmusssen daar als een protestantse beeldenstormer doorheen. Bij hem geen zichtbare tocht door de hel, geen opname in de hemel. Alle emotie zit van binnen. Dat maakt het lastig om hem als een held te vereren. Maar ja, heldenverering is voor de volbloed protestant sowieso een katholieke afwijking.
Je zou Rasmussen een zenmonnik op een fiets kunnen noemen. Alle ballast overboord, op zoek naar de totale onthechting. Maar voor een zennmonnik hecht de Deen toch iets te veel aan de gele trui. En de bolletjestrui wil hij ook niet loslaten. Nee, Rasmussen is veeleer een hardcore calvinist in een katholieke sport. Als wielrennen een sport is van barok lijden, van kruistocht en opstanding, van schietgebedjes en kruistekens, dan fietst Rasmusssen daar als een protestantse beeldenstormer doorheen. Bij hem geen zichtbare tocht door de hel, geen opname in de hemel. Alle emotie zit van binnen. Dat maakt het lastig om hem als een held te vereren. Maar ja, heldenverering is voor de volbloed protestant sowieso een katholieke afwijking.
vrijdag 13 juli 2007
Verdwaalde wielerrondes
Is het u ook opgevallen dat er de laatste jaren steeds meer grote rondes ontsnappen? De Ronde van Italië is al eens huilend van heimwee aangetroffen in Groningen. De Ronde van Frankrijk is zo vaak van huis dat ze nauwelijks meer kan antwoorden als de eerlijke vinders haar vragen wie haar vader en moeder zijn. En zelfs de meest honkvaste van alle rondes zet het nu op een lopen: er gaan sterke geruchten dat de ronde van Spanje over twee jaar wil starten in Drenthe.
Als Nederlandse wielerliefhebber kan ik het waarderen dat er af en toe een grote ronde in ons land start. Maar eigenlijk vind ik het absurd: één van de charmes van de Tour is dat je haar associeert met Aznavour en met Piaf, met stokbrood en rode wijn. Bij die wijn moet niet te veel water, en zeker geen Engels bier. En de ronde van Spanje hoort door woestijnachtige landschappen te trekken. Landschappen waar, sinds Don Quichot er heeft rondgedwaald, geen mens meer is gesignaleerd. Nu voldoet Drenthe aardig aan die omschrijving, maar 40 graden in de schaduw is toch wat anders dan regen met windstoten.
De Ronde van Vlaanderen begint nooit in Almelo, en Parijs-Roubaix vindt niet plaats tussen Brussel en Kuurne. Dat mensen van het ene naar het andere land trekken, begrijp ik. Ik vind het ook acceptabel dat er af en toe wat culinaire en culturele eigenaardigheden met de volksverhuizingen meeglippen. Maar je gaat de Big Ben niet verplaatsen naar Parijs en het vrouwtje van Stavoren niet naar Rome. Ze zou er sterven aan pure onwennigheid. Wie de grote rondes te vaak uit hun land en cultuur trekt, ontdoet ze vroeg of laat van hun hartslag.
Als Nederlandse wielerliefhebber kan ik het waarderen dat er af en toe een grote ronde in ons land start. Maar eigenlijk vind ik het absurd: één van de charmes van de Tour is dat je haar associeert met Aznavour en met Piaf, met stokbrood en rode wijn. Bij die wijn moet niet te veel water, en zeker geen Engels bier. En de ronde van Spanje hoort door woestijnachtige landschappen te trekken. Landschappen waar, sinds Don Quichot er heeft rondgedwaald, geen mens meer is gesignaleerd. Nu voldoet Drenthe aardig aan die omschrijving, maar 40 graden in de schaduw is toch wat anders dan regen met windstoten.
De Ronde van Vlaanderen begint nooit in Almelo, en Parijs-Roubaix vindt niet plaats tussen Brussel en Kuurne. Dat mensen van het ene naar het andere land trekken, begrijp ik. Ik vind het ook acceptabel dat er af en toe wat culinaire en culturele eigenaardigheden met de volksverhuizingen meeglippen. Maar je gaat de Big Ben niet verplaatsen naar Parijs en het vrouwtje van Stavoren niet naar Rome. Ze zou er sterven aan pure onwennigheid. Wie de grote rondes te vaak uit hun land en cultuur trekt, ontdoet ze vroeg of laat van hun hartslag.
dinsdag 10 juli 2007
Heimwee naar stofzuigers
Wielrennen is een sport die dwars door het leven gaat. Niet opgesloten binnen kalklijnen of zwembanen. Het waait er net zo hard als in het echte leven, de hagelstenen komen net zo genadeloos naar beneden en de velden met klaprozen bloeien er net zo uitbundig. De renners fietsen door dorpjes waar het gewone leven gewoon doorgaat: tussen de kopgroep en het peloton ziet een oud vrouwtje met boodschappenmand net even tijd om over te steken.
Wielrennen is een sport van bakkers- en slagerszonen, van timmerlieden en andere dorpelingen. Een zoon van een advocaat, makelaar of ambtenaar schopt het zelden tot topsprinter. Kinderen van consultants en speculanten raken zelden in de kop van het peloton over de bergen. Bij concrete beroepen horen concrete producten: ik heb het altijd gewaardeerd dat wielerploegen werden gesponsord door fabrikanten van stofzuigers en koelkasten, van koffiezetapparaten en parketvloeren. Ook de ijsverkopers (Miko, IJsboerke) en de patatfabrikanten (Farm Frites) zag ik graag, net als de sigarettenfabrikanten (Caballero) en de bier- en wijnproducenten. Producten die je kunt voelen en proeven. Sponsoren uit een tijd van voor de ‘oortjes’.
Wie nu een kijkje neemt in het wielerpeloton, ziet dat telecomgiganten, banken en verzekeringsmaatschappijen het hebben overgenomen. Slechts heel af en toe fietst een product voorbij dat je vast kunt houden. Alleen de zeepjes van Aqua & Sapone, de melk van Milram en de chocolaatjes van Chocolade Jacques zou ik willen ruiken en proeven. Het is een zo schrale oogst dat ik soms zelfs terugverlang naar de stofzuigers van Polti of de gesteriliseerde bieren van Buckler.
Wielrennen is een sport van bakkers- en slagerszonen, van timmerlieden en andere dorpelingen. Een zoon van een advocaat, makelaar of ambtenaar schopt het zelden tot topsprinter. Kinderen van consultants en speculanten raken zelden in de kop van het peloton over de bergen. Bij concrete beroepen horen concrete producten: ik heb het altijd gewaardeerd dat wielerploegen werden gesponsord door fabrikanten van stofzuigers en koelkasten, van koffiezetapparaten en parketvloeren. Ook de ijsverkopers (Miko, IJsboerke) en de patatfabrikanten (Farm Frites) zag ik graag, net als de sigarettenfabrikanten (Caballero) en de bier- en wijnproducenten. Producten die je kunt voelen en proeven. Sponsoren uit een tijd van voor de ‘oortjes’.
Wie nu een kijkje neemt in het wielerpeloton, ziet dat telecomgiganten, banken en verzekeringsmaatschappijen het hebben overgenomen. Slechts heel af en toe fietst een product voorbij dat je vast kunt houden. Alleen de zeepjes van Aqua & Sapone, de melk van Milram en de chocolaatjes van Chocolade Jacques zou ik willen ruiken en proeven. Het is een zo schrale oogst dat ik soms zelfs terugverlang naar de stofzuigers van Polti of de gesteriliseerde bieren van Buckler.
zondag 8 juli 2007
Gezocht: gesprekspartner voor Vaitkus
1. Pieter Weening is de enige Fries in de Tour de France. Drie weken lang rijdt hij met mannen door Frankrijk (en Engeland en België) met wie hij geen woord Frysk kan spreken.
2. Net zo zielig is Tomas Vaitkus. Die zal ongetwijfeld een mondje Russisch spreken, maar met geen renner kan hij Litouwse moppen tappen.
3. Paulino en Fischer kunnen in het Portugees spreken over de gedichten van Pessoa, de schoonheid van Lissabon en wie weet de fundamentele verschillen tussen het Portugees van Portugal en dat van Brazilië.
4. Zal Thor Hushovd in de wandeletappes opnieuw Noorse gedichten voordragen voor Kurt-Asle Arvesen?
5. Het Baskisch wordt gesproken door nog geen half miljoen mensen. Daarvan rijden er dit jaar zeker 12 mee in de Tour de France. Als die met zijn allen gaan besluiten om een waaier te trekken, is er niemand die ze kan verstaan.
2. Net zo zielig is Tomas Vaitkus. Die zal ongetwijfeld een mondje Russisch spreken, maar met geen renner kan hij Litouwse moppen tappen.
3. Paulino en Fischer kunnen in het Portugees spreken over de gedichten van Pessoa, de schoonheid van Lissabon en wie weet de fundamentele verschillen tussen het Portugees van Portugal en dat van Brazilië.
4. Zal Thor Hushovd in de wandeletappes opnieuw Noorse gedichten voordragen voor Kurt-Asle Arvesen?
5. Het Baskisch wordt gesproken door nog geen half miljoen mensen. Daarvan rijden er dit jaar zeker 12 mee in de Tour de France. Als die met zijn allen gaan besluiten om een waaier te trekken, is er niemand die ze kan verstaan.
De 7 talen van het peloton
Dit zijn de (moeder)talen die het meest worden gesproken in het peloton dat gisteren in Londen aan de Tour de France begon:
1. Spaans (44, Spanjaarden,Colombianen)
2. Frans (37, Fransen, Walen, Zwitsers)
3. Duits (22, Duitsers, Zwitsers, Oostenrijker)
4. Nederlands (18, Vlamingen, Nederlanders)
5. Engels (17, Britten, Aussies, Amerikanen, Zuid-Afrikaan, Nieuw-Zeelander)
6. Italiaans (15, Italianen, Zwitsers)
7. Russisch (11, Kazachen, Russen, Oekraïners, Wit-Rus).
Ik kan er hier en daar één of twee naast zitten, vooral omdat ik niet helemaal zeker ben van de Zwitsers. Die zijn in praktijk vaak twee- of drietalig, maar ze hebben natuurlijk maar één moedertaal. Is Grégory Rast net zo Frans als zijn voornaam doet vermoeden? En zijn Tschopp en Elmiger van oorsprong Duitstalig? Wie helpt?
1. Spaans (44, Spanjaarden,Colombianen)
2. Frans (37, Fransen, Walen, Zwitsers)
3. Duits (22, Duitsers, Zwitsers, Oostenrijker)
4. Nederlands (18, Vlamingen, Nederlanders)
5. Engels (17, Britten, Aussies, Amerikanen, Zuid-Afrikaan, Nieuw-Zeelander)
6. Italiaans (15, Italianen, Zwitsers)
7. Russisch (11, Kazachen, Russen, Oekraïners, Wit-Rus).
Ik kan er hier en daar één of twee naast zitten, vooral omdat ik niet helemaal zeker ben van de Zwitsers. Die zijn in praktijk vaak twee- of drietalig, maar ze hebben natuurlijk maar één moedertaal. Is Grégory Rast net zo Frans als zijn voornaam doet vermoeden? En zijn Tschopp en Elmiger van oorsprong Duitstalig? Wie helpt?
vrijdag 6 juli 2007
De pindakaastrofee
Een Spanjaard en een Italiaan zijn, als het op voedsel aankomt, geen mietjes. Ze eten veel en zijn best in voor een experiment. Maar pindakaas gaat ze een stap te ver. Ook de Fransman zal moeite hebben om zijn maag in bedwang te houden bij de geur van pindakaas. Voor de Nederlander echter is het product behalve een lekkernij ook een symbool van zuiverheid en eerlijkheid. Helaas is er voor dat soort fraaie waarden in het huidige wielermilieu geen plaats meer: 'Je wint de Tour niet op een boterham met pindakaas.'
Er doet dit jaar slechts een handvol Nederlanders mee aan de Tour. De kans dat er dit jaar iemand op een broodje pindakaas de Tour wint is dus klein. Of houdt de Amerikaan Leipheimer misschien van pindakaas? Amerikanen kunnen op pindakaasgebied nog wel eens verrassend uit de hoek komen. Maar ik vrees dat Levi behalve pindakaas ook nog wel wat minder oud-Hollandse lekkernijen naar binnen werkt om zijn kansen in de Tour te vergroten. En ik ben ook bang dat veel van zijn concurrenten hun pasta, tortilla, Bratwurst en paardenmelk al evenzeer afwisselen met producten die niet in een gemiddelde supermarkt te vinden zijn.
Voor de pindakaasliefhebber zou de Tour geslaagd zijn als Wiggins de proloog zou winnen en als Sandy Casar of Thomas Föthen in het geel naar Parijs zouden rijden. Cavendish zou de groene trui moeten pakken, Di Gregorio de bolletjestrui en Linus Gerdemann het jongerenklassement. Als ik dan toch een hand in het vuur moet steken, laat ik het dan voor deze renners doen. Zij maken de meeste kans op de pindakaastrofee.
Er doet dit jaar slechts een handvol Nederlanders mee aan de Tour. De kans dat er dit jaar iemand op een broodje pindakaas de Tour wint is dus klein. Of houdt de Amerikaan Leipheimer misschien van pindakaas? Amerikanen kunnen op pindakaasgebied nog wel eens verrassend uit de hoek komen. Maar ik vrees dat Levi behalve pindakaas ook nog wel wat minder oud-Hollandse lekkernijen naar binnen werkt om zijn kansen in de Tour te vergroten. En ik ben ook bang dat veel van zijn concurrenten hun pasta, tortilla, Bratwurst en paardenmelk al evenzeer afwisselen met producten die niet in een gemiddelde supermarkt te vinden zijn.
Voor de pindakaasliefhebber zou de Tour geslaagd zijn als Wiggins de proloog zou winnen en als Sandy Casar of Thomas Föthen in het geel naar Parijs zouden rijden. Cavendish zou de groene trui moeten pakken, Di Gregorio de bolletjestrui en Linus Gerdemann het jongerenklassement. Als ik dan toch een hand in het vuur moet steken, laat ik het dan voor deze renners doen. Zij maken de meeste kans op de pindakaastrofee.
donderdag 5 juli 2007
Heksen op tijdritfiets
De bom is niet gebarsten. Overmorgen start de Tour de France en afgezien van de arme Petacchi en een enkele ploegleider, lijken alle grote namen gewoon aan de start te komen. De 'men in black' nemen hun geheim blijkbaar mee de Tour in, de renners die volgens de UCI 'niet negatief' waren, waren kennelijk ook 'niet positief' en dokter Fuentes zegt aan de vooravond van de Tour zelfs dat doping illegaal is. Valverde deed in de Spaanse sportkrant 'As' ook een stoere uitspraak: 'Ze hebben geprobeerd om mijn deelname aan de Tour te verhinderen maar het is ze niet gelukt.' Wie zo met handen en voeten aan bloedzakjes gebonden lijkt te zijn, zou zich bescheidener mogen uitdrukken.
Verder is er in de internationale media veel onenigheid over wie het antidopingcharter hebben getekend. Op een Duitse wielerwebsite kom ik de namen van Rasmussen en Freire tegen. Die laatste wordt ook in de Spaanse media genoemd als een van de renners die nog niet hebben getekend. Zit daar nog een bommetje verstopt dat de komende anderhalve dag kan ontploffen? In de Nederlandstalige media vind ik niets over de handtekening van Oscarito. Die hebben het uitsluitend over de problemen die de Spanjaard opnieuw heeft met zijn zitvlak.
Zitvlak of handtekening, we zullen afwachten. Ik zou het mooi vinden als de Tour zonder verder gerotzooi van start zou gaan. Toch geef ik eerlijk toe dat ik wat teleurgesteld ben: ik had me voorbereid op heksenverbrandingen, maar het heeft er alle schijn van dat zelfs de meest doortrapte heksen in Londen op hun tijdritfiets gaan zitten.
Verder is er in de internationale media veel onenigheid over wie het antidopingcharter hebben getekend. Op een Duitse wielerwebsite kom ik de namen van Rasmussen en Freire tegen. Die laatste wordt ook in de Spaanse media genoemd als een van de renners die nog niet hebben getekend. Zit daar nog een bommetje verstopt dat de komende anderhalve dag kan ontploffen? In de Nederlandstalige media vind ik niets over de handtekening van Oscarito. Die hebben het uitsluitend over de problemen die de Spanjaard opnieuw heeft met zijn zitvlak.
Zitvlak of handtekening, we zullen afwachten. Ik zou het mooi vinden als de Tour zonder verder gerotzooi van start zou gaan. Toch geef ik eerlijk toe dat ik wat teleurgesteld ben: ik had me voorbereid op heksenverbrandingen, maar het heeft er alle schijn van dat zelfs de meest doortrapte heksen in Londen op hun tijdritfiets gaan zitten.
dinsdag 3 juli 2007
Heksenjacht?
Vanochtend stond ik bij de heksenwaag in Oudewater. Mannen en vrouwen die ervan werden beschuldigd heks te zijn, konden zich hier laten wegen. Ze kwamen graag naar Oudewater, want ze wisten dat ze er eerlijk werden berecht. Geen man of vrouw werd hier te licht bevonden. Iedereen ontving uiteindelijk het certificaat waarop stond dat hij geen heks was.
Wielrenners klagen de laatste tijd vaak dat ze het slachtoffer zijn van een heksenjacht. Ik heb moeite om de overeenkomsten tussen een heks en een wielrenner te ontdekken: weliswaar slikte ook menige heks hallucinerende middelen, maar hij deed vervolgens zelden mee aan sportwedstrijden. Bovendien zou een beetje heks dolblij geweest zijn met de mogelijkheid dna af te staan en dus een eerlijke kans te krijgen om zijn/haar onschuld te bewijzen. De waag van Oudewater was een soort dna-test avant la lettre.
Het invoeren van een dna-test lijkt de beste manier om het wielrennen eerlijker te maken en de heksenjacht te bestrijden. Toch geef ik toe dat het wielrennen de laatste maanden meer een sport is voor roddelnichten dan voor sportliefhebbers. In L'Equipe stond vanochtend een lijstje met teams die het antidopingcharter nog niet hebben getekend (CSC, Quick Step, Caisse d’Epargne). Ook de teams waarvan slecht een aantal renners heeft getekend, werden genoemd (Astana, Discovery). Het bericht sloot af met het noemen van een aantal potentiële heksen die - in tegenstelling tot de meeste van hun ploeggenoten - nog niet hebben getekend: Ballan, Mayo, Horner, om een paar namen te noemen. De roddelnicht in mij speculeert er aan de hand van zulk soort berichten uitbundig op los, de wielerliefhebber zou willen dat er snel weer over de koers wordt gesproken.
Wielrenners klagen de laatste tijd vaak dat ze het slachtoffer zijn van een heksenjacht. Ik heb moeite om de overeenkomsten tussen een heks en een wielrenner te ontdekken: weliswaar slikte ook menige heks hallucinerende middelen, maar hij deed vervolgens zelden mee aan sportwedstrijden. Bovendien zou een beetje heks dolblij geweest zijn met de mogelijkheid dna af te staan en dus een eerlijke kans te krijgen om zijn/haar onschuld te bewijzen. De waag van Oudewater was een soort dna-test avant la lettre.
Het invoeren van een dna-test lijkt de beste manier om het wielrennen eerlijker te maken en de heksenjacht te bestrijden. Toch geef ik toe dat het wielrennen de laatste maanden meer een sport is voor roddelnichten dan voor sportliefhebbers. In L'Equipe stond vanochtend een lijstje met teams die het antidopingcharter nog niet hebben getekend (CSC, Quick Step, Caisse d’Epargne). Ook de teams waarvan slecht een aantal renners heeft getekend, werden genoemd (Astana, Discovery). Het bericht sloot af met het noemen van een aantal potentiële heksen die - in tegenstelling tot de meeste van hun ploeggenoten - nog niet hebben getekend: Ballan, Mayo, Horner, om een paar namen te noemen. De roddelnicht in mij speculeert er aan de hand van zulk soort berichten uitbundig op los, de wielerliefhebber zou willen dat er snel weer over de koers wordt gesproken.
zondag 1 juli 2007
Veteranendag
Vrijdag marcheerden kromgetrokken oorlogsveteranen beladen met medailles door Den Haag. Zondag klommen wielerveteranen juichend op talrijke podia. De wieleropa’s Christophe Moreau en Beat Zberg (beiden 36) mochten in Frankrijk en Zwitserland met de bloemen zwaaien. In Nederland won de 34-jarige Koos Moerenhout. Het was de vijfde keer op rij dat het Nederlands Kampioenschap door een rijpe dertiger werd gewonnen. Een 34-jarige Boogerd (2006), een 33-jarige Van Bon (2005) en Dekker(2004) en een 35-jarige Kemna (2003) gingen hem voor.
Ik gun Moerenhout zijn titel van harte. Hij reed al vaak mee in de finale, maar wist nooit te winnen. Toch had ik het aardiger gevonden als een jongeling had gewonnen. Nederland is het enige klassieke wielerland waar al vijf jaar lang geen twintiger bovenop het podium klom. Ook in het sterkst bezette nationale kampioenschap ter wereld, het Italiaanse, winnen regelmatig stevige dertigers. Bettini en Moreni waren de afgelopen jaren aan het feest, maar zij werden afgewisseld door jonge talenten. Gasparotto werd 2 jaar geleden op 23-jarige leeftijd kampioen. Dit jaar won de 24-jarige Visconti. Het wordt tijd dat Reus, De Maar, Gesink of Langenberg hun voorbeeld volgen en snel een rood-wit-blauwe trui aantrekken
Ik gun Moerenhout zijn titel van harte. Hij reed al vaak mee in de finale, maar wist nooit te winnen. Toch had ik het aardiger gevonden als een jongeling had gewonnen. Nederland is het enige klassieke wielerland waar al vijf jaar lang geen twintiger bovenop het podium klom. Ook in het sterkst bezette nationale kampioenschap ter wereld, het Italiaanse, winnen regelmatig stevige dertigers. Bettini en Moreni waren de afgelopen jaren aan het feest, maar zij werden afgewisseld door jonge talenten. Gasparotto werd 2 jaar geleden op 23-jarige leeftijd kampioen. Dit jaar won de 24-jarige Visconti. Het wordt tijd dat Reus, De Maar, Gesink of Langenberg hun voorbeeld volgen en snel een rood-wit-blauwe trui aantrekken
zaterdag 30 juni 2007
Duimen voor Schleck
Aan de vooravond van de Tour de France voeren Italië en Spanje de UCI ranglijst bij de landen aan. Italië staat dit keer wel erg ver voor op de anderen, maar verder wordt het beeld van de laatste jaren bevestigd: Italië en Spanje zijn de twee sterkste wielerlanden. Misschien dat dit verandert als de dopingrevolutie echt uitbreekt, maar voorlopig kunnen landen als Australië, Duitsland en België niet echt in de buurt komen. De Verenigde Staten, die de voorbije jaren soms bij de beste 3 hoorde, staat nu slechts op een 11e plaats. Nederland staat 8e, een plaats die overeenkomst met die van de voorbije jaren. Andere landen bij de beste 10: Rusland, Kazachstan, Frankrijk en vooral Luxemburg.
Luxemburg is niet groter dan de provincie Drenthe en heeft amper meer inwoners. De meeste van die inwoners rijden in dure auto’s, slechts een enkele dwaas stapt op een fiets. Aan het vorige nationale kampioenschap deden bij de eliterenners nog geen tien renners mee. Ik tel bij de teams uit de Protour slechts 4 Luxemburgers: Benoit Joachim, Kim Kirchen en de broertjes Schleck. Vooral Kirchen en de Schleckjes presteerden echter zo goed dat Luxemburg op de 6e plaats staat op de UCI-ranglijst. Dat betekent wellicht dat ze met meer renners mogen meedoen aan het komende WK dan ze beschikbaar hebben.
Er hebben nooit hordes Luxemburgers meegereden in het wielerpeloton. Toch won reeds drie keer een Luxemburger de Tour. De kans dat een Luxemburger die op een fiets gaat zitten ooit de Tour wint, lijkt statistisch gezien vele malen groter dan de kans dat een Nederlander dat doet. Wie hoopt op rood-wit-blauw succes bij de komende Tour, kan daarom het best duimen voor Frank Schleck.
Luxemburg is niet groter dan de provincie Drenthe en heeft amper meer inwoners. De meeste van die inwoners rijden in dure auto’s, slechts een enkele dwaas stapt op een fiets. Aan het vorige nationale kampioenschap deden bij de eliterenners nog geen tien renners mee. Ik tel bij de teams uit de Protour slechts 4 Luxemburgers: Benoit Joachim, Kim Kirchen en de broertjes Schleck. Vooral Kirchen en de Schleckjes presteerden echter zo goed dat Luxemburg op de 6e plaats staat op de UCI-ranglijst. Dat betekent wellicht dat ze met meer renners mogen meedoen aan het komende WK dan ze beschikbaar hebben.
Er hebben nooit hordes Luxemburgers meegereden in het wielerpeloton. Toch won reeds drie keer een Luxemburger de Tour. De kans dat een Luxemburger die op een fiets gaat zitten ooit de Tour wint, lijkt statistisch gezien vele malen groter dan de kans dat een Nederlander dat doet. Wie hoopt op rood-wit-blauw succes bij de komende Tour, kan daarom het best duimen voor Frank Schleck.
vrijdag 29 juni 2007
Moordenaars, verkrachters en wielrenners
Danilo Di Luca heeft inmiddels het antidopingcharter getekend. Ook de Rabobankploeg deed dat, zij het onder protest. Eddy Mazzoleni en José Angel Gomez Marchante gaan definitief niet naar de Tour gaan. Maar hét wielerbericht van vandaag staat in de Volkskrant: ‘Nederlandse wielrenner verliest plezier in zijn sport.’
Veel Nederlandse wielrenners hebben het er moeilijk mee dat hun sport de laatste maanden nog maar zelden centraal staat: bijna altijd gaat het over doping. Een begrijpelijke irritatie. Minder begrijpelijk vind ik dat de meeste renners tegen het afstaan van dna zijn. Zou de sport criminaliseren. Kai Reus in de Volkskrant: 'Vroeger moesten moordenaars en verkrachters hun dna afstaan, nu moordenaars, verkrachters en wielrenners.'
Ik kan me voorstellen dat je klaagt over de aandacht die de pers besteed aan doping. Begrijp ook dat je zeurt over het afstaan van dna. Maar jammeren over beide kan ik niet met elkaar rijmen. Het afstaan van dna zou immers de beste manier zijn om dopinggebruik te reduceren. Ik zou het spijtig vinden als wielrennen ooit een volledig schone en transparante sport wordt: de verhalen over honden, pannenkoeken, zwarte ruiters, bloedzakjes zijn immers gauw zo smeuïg als een gemiddelde vlakke etappe. Maar ik zou het nog treuriger vinden als de tendens zich doorzet dat opgeblazen kermiscoureurs opeens bergetappes winnen. 'We sponsoren een wielerwedstrijd, geen reclamecampagne voor de farmaceutische industrie’ zei de Duitse televisiezender ZDF vorig jaar treffend.
Ik herinner met niet meer in welke krant, maar ik las deze week een kort gesprekje met Eddy Bouwmans. De laatste Nederlandse winnaar van het jongerenklassement in de Tour. Een talent dat daarna nooit helemaal is doorgebroken. Bouwmans zelf is eerlijk. Hij erkent dat doping niet de enige reden was dat hij de top niet haalde, maar toch: ‘Wie de verhalen over wielrennen de afgelopen maanden gevolgd heeft, kent één van de redenen waarom het met die top nooit helemaal gelukt is.’
Veel Nederlandse wielrenners hebben het er moeilijk mee dat hun sport de laatste maanden nog maar zelden centraal staat: bijna altijd gaat het over doping. Een begrijpelijke irritatie. Minder begrijpelijk vind ik dat de meeste renners tegen het afstaan van dna zijn. Zou de sport criminaliseren. Kai Reus in de Volkskrant: 'Vroeger moesten moordenaars en verkrachters hun dna afstaan, nu moordenaars, verkrachters en wielrenners.'
Ik kan me voorstellen dat je klaagt over de aandacht die de pers besteed aan doping. Begrijp ook dat je zeurt over het afstaan van dna. Maar jammeren over beide kan ik niet met elkaar rijmen. Het afstaan van dna zou immers de beste manier zijn om dopinggebruik te reduceren. Ik zou het spijtig vinden als wielrennen ooit een volledig schone en transparante sport wordt: de verhalen over honden, pannenkoeken, zwarte ruiters, bloedzakjes zijn immers gauw zo smeuïg als een gemiddelde vlakke etappe. Maar ik zou het nog treuriger vinden als de tendens zich doorzet dat opgeblazen kermiscoureurs opeens bergetappes winnen. 'We sponsoren een wielerwedstrijd, geen reclamecampagne voor de farmaceutische industrie’ zei de Duitse televisiezender ZDF vorig jaar treffend.
Ik herinner met niet meer in welke krant, maar ik las deze week een kort gesprekje met Eddy Bouwmans. De laatste Nederlandse winnaar van het jongerenklassement in de Tour. Een talent dat daarna nooit helemaal is doorgebroken. Bouwmans zelf is eerlijk. Hij erkent dat doping niet de enige reden was dat hij de top niet haalde, maar toch: ‘Wie de verhalen over wielrennen de afgelopen maanden gevolgd heeft, kent één van de redenen waarom het met die top nooit helemaal gelukt is.’
donderdag 28 juni 2007
Voorspellen van het verleden
Zware tijden voor liefhebbers van de Tourtoto. Amper een week voor de start van de Tour de France, is nog lang niet zeker wie er mee zullen doen. Rijdt Petacchi mee of zal hij worden geschorst? Komt Valverde aan de start? Wordt voor de start van de Tour nog één van de ‘zwarte renners’ ontmaskerd? En zijn dat echt de grote namen die iedereen verwacht?
Wat kunnen we verwachten van de renners die uiteindelijk aan de start verschijnen? Zijn zij minder volgespoten dan andere jaren? Wint degene die het voorzichtigst is of juist degene die het meest durft te riskeren? En wat als de winnaar nog geen week na dato wordt ontmaskerd als bedrieger. Het gebeurde Landis vorig jaar in de Tour, Heras het jaar daarvoor in de Vuelta, en wellicht ook Di Luca dit jaar in de Giro.
De Tourtoto in zijn huidige vorm is achterhaald. Is het niet veel eigentijdser om te voorspellen wie vorig jaar de Tour heeft gewonnen? Wie steekt zijn hand in het vuur voor Pereiro? Wie won de Tour in 2004? Wie de berg- en wie de bolletjestrui? U kunt nu inschrijven. Uitslag over een paar jaar.
Wat kunnen we verwachten van de renners die uiteindelijk aan de start verschijnen? Zijn zij minder volgespoten dan andere jaren? Wint degene die het voorzichtigst is of juist degene die het meest durft te riskeren? En wat als de winnaar nog geen week na dato wordt ontmaskerd als bedrieger. Het gebeurde Landis vorig jaar in de Tour, Heras het jaar daarvoor in de Vuelta, en wellicht ook Di Luca dit jaar in de Giro.
De Tourtoto in zijn huidige vorm is achterhaald. Is het niet veel eigentijdser om te voorspellen wie vorig jaar de Tour heeft gewonnen? Wie steekt zijn hand in het vuur voor Pereiro? Wie won de Tour in 2004? Wie de berg- en wie de bolletjestrui? U kunt nu inschrijven. Uitslag over een paar jaar.
Nederlands talent in de Tour
Iedereen die de afgelopen jaren de krant heeft gelezen weet dat Weening, Dekker en Gesink de komende jaren de Tour gaan winnen. Kwestie van afwachten. Maar voorlopig zou het al een verbetering zijn als er eens een andere renner dan Michael Boogerd bij de beste 50 weet te rijden. Dat gebeurde voor het laatst in de beruchte Tour de Dopage van 1998, toen Maarten den Bakker 33e werd en Koos Moerenhout 44e. Sindsdien hield uitsluitend Boogerd stand in de eindklassementen. De andere Nederlanders moest je, als het meezat, zoeken vanaf de 60e plaats. Ook toekomstig winnaar Weening eindigde tot nu toe nooit hoger dan op de 83e plaats.
Pieter Weening was overigens wel de enige Nederlander die in de laatste drie edities juichend over de finish kwam (hoewel juichend: het was zo’n fotofinish dat hij de tijd niet had om zijn handen om hoog te steken). Verder spelen de Nederlandse renners de laatste jaren ook in de dagklassementen geen belangrijke rol. Als de Nederlandse Rabobank-ploeg zich de laatste jaren toch behoorlijk in de kijker reed, was dat dankzij buitenlandse huurlingen als Menchov, Rasmussen en Freire.
Het zou mooi zijn als we binnenkort ook in de Tour de France kunnen zien dat er weer een veelbelovende Nederlandse wielergeneratie zit aan te komen. Thomas Dekker krijgt dit jaar al een kans om zich te tonen en misschien dat ook Stef Clement en Pieter Weening iets leuks laten zien. Veel andere Nederlandse talenten volgen de Tour thuis op de bank. Wachten we net zo lang met het brengen van talent tot ze geen talent meer hebben? De topprestatie van Andy Schleck in de Giro toont dat je niet altijd voorzichtig hoeft te zijn. De Giro is de Tour niet en Andy Schleck is geen Kai Reus, Marc de Maar of Theo Eltink. Maar ik had het mooi gevonden als in ieder geval die laatste een kans had gekregen. En ook Sebastian Langeveld rijdt de laatste weken zo goed dat ik hem graag in de Tour had gezien.
Pieter Weening was overigens wel de enige Nederlander die in de laatste drie edities juichend over de finish kwam (hoewel juichend: het was zo’n fotofinish dat hij de tijd niet had om zijn handen om hoog te steken). Verder spelen de Nederlandse renners de laatste jaren ook in de dagklassementen geen belangrijke rol. Als de Nederlandse Rabobank-ploeg zich de laatste jaren toch behoorlijk in de kijker reed, was dat dankzij buitenlandse huurlingen als Menchov, Rasmussen en Freire.
Het zou mooi zijn als we binnenkort ook in de Tour de France kunnen zien dat er weer een veelbelovende Nederlandse wielergeneratie zit aan te komen. Thomas Dekker krijgt dit jaar al een kans om zich te tonen en misschien dat ook Stef Clement en Pieter Weening iets leuks laten zien. Veel andere Nederlandse talenten volgen de Tour thuis op de bank. Wachten we net zo lang met het brengen van talent tot ze geen talent meer hebben? De topprestatie van Andy Schleck in de Giro toont dat je niet altijd voorzichtig hoeft te zijn. De Giro is de Tour niet en Andy Schleck is geen Kai Reus, Marc de Maar of Theo Eltink. Maar ik had het mooi gevonden als in ieder geval die laatste een kans had gekregen. En ook Sebastian Langeveld rijdt de laatste weken zo goed dat ik hem graag in de Tour had gezien.
dinsdag 26 juni 2007
De dood op de hielen
Er zijn natuurlijk wielrenners die hoogbejaard hun laatste adem uitblazen. Omringd door kinderen en kleinkinderen. Maar er zijn er ook veel die een tragische dood sterven, jong en eenzaam. Ik weet niet of zelfmoord in wielerkringen meer voorkomt dan in andere sporten, maar de recente zelfmoordpoging van Frank Vandenbroucke past in elk geval in wat je – enigszins overdreven – een wielertraditie zou kunnen noemen. De dood van Marco Pantani ligt nog vers in het geheugen. Ook de Schotse werelduurrecordhouder Graeme Obree deed verschillende zelfmoordpogingen. De Spaanse klimmer José María Jimenez pleegde weliswaar geen zelfmoord, maar stierf in een kliniek waar hij wegens zware psychische klachten werd behandeld. Wielerlegende Luis Ocaña schoot zichzelf op middelbare leeftijd overhoop.
Behalve het aantal fietsende suicidalen, valt ook het aantal renners op dat sterft in het harnas. Soms terwijl het publiek toekijkt (Simson, Agostinho, Casartelli, Kivilev, Galvez), soms als ze aan het trainen zijn (Ochoa). Ook het Spaanse wielertalent Mariano Rojas stierf tijdens een trainingsrit. Hij werd in 1996 aangereden door een auto en overleed een paar uur later in het ziekenhuis. Rojas bereidde zich op dat moment voor op de Tour de France, waarin hij zijn kopman Laurent Jalabert zou bijstaan.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de dood van Rojas alweer was vergeten, maar de afgelopen maanden heb ik regelmatig aan hem gedacht. Dat was te danken aan zijn broer, José Joaquín. Die rijdt voor Caisse d’Epargne en mengde zich in de voorbije Giro enkele keren in de massasprints. Hij eindigde een paar keer bij de beste tien. Toch had het weinig gescheeld of José Joaquín was zijn broer achterna gegaan. Begin dit seizoen werd ook hij geschept door een auto. ‘Als hij geen helm had gedragen, was hij dood geweest’, zeiden de artsen.
Behalve het aantal fietsende suicidalen, valt ook het aantal renners op dat sterft in het harnas. Soms terwijl het publiek toekijkt (Simson, Agostinho, Casartelli, Kivilev, Galvez), soms als ze aan het trainen zijn (Ochoa). Ook het Spaanse wielertalent Mariano Rojas stierf tijdens een trainingsrit. Hij werd in 1996 aangereden door een auto en overleed een paar uur later in het ziekenhuis. Rojas bereidde zich op dat moment voor op de Tour de France, waarin hij zijn kopman Laurent Jalabert zou bijstaan.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de dood van Rojas alweer was vergeten, maar de afgelopen maanden heb ik regelmatig aan hem gedacht. Dat was te danken aan zijn broer, José Joaquín. Die rijdt voor Caisse d’Epargne en mengde zich in de voorbije Giro enkele keren in de massasprints. Hij eindigde een paar keer bij de beste tien. Toch had het weinig gescheeld of José Joaquín was zijn broer achterna gegaan. Begin dit seizoen werd ook hij geschept door een auto. ‘Als hij geen helm had gedragen, was hij dood geweest’, zeiden de artsen.
maandag 25 juni 2007
Kinderen op de Zoncolan II
Ook vandaag geen nieuws in de Gazzetta dello Sport over kinderen op de Zoncolan? (zie blog van gisteren). Heeft de krant die van oudsher de Giro organiseert geen nieuws te melden of zwijgt ze om verdere negatieve publiciteit te voorkomen? Als DiLuca zou hebben gesjoemeld zou het betekenen dat de Giro voor het tweede opeenvolgende jaar door een valsspeler zou zijn gewonnen (vorig jaar won immers Basso). Nederlandse kranten, zoals de Telegraaf en NRC besteedden wel aandacht aan de verdacht lage bloedwaardes van enkele toppers uit de voorbije Giro.
Van de zwarte ruiters voorlopig geen spoor.
Van de zwarte ruiters voorlopig geen spoor.
zondag 24 juni 2007
Kinderen op de Zoncolan
In eerdere blogs heb ik al gewezen op enkele fantastische wielerfeuilletons die op dit moment in de maak zijn, zoals dat van de zwarte ruiters. Gisteren viel mijn oog op een bericht in de Vlaamse krant Het Nieuwsblad. Gilberto Simoni, Danilo Di Luca, Eddy Mazzoleni en Ricardo Ricco zouden na afloop van de Giro-etappe naar de Zoncolan zulke lage bloedwaarden hebben gehad dat het verdacht was. 'Het waren de waarden van kinderen die de adolescentie nog moeten doormaken.' Het Nieuwsblad citeerde de Italiaanse krant Corriere dello Sport. Gefascineerd ben ik in de Italiaanse media gaan zoeken naar bevestigingen en aanvullingen op dit bericht, maar zonder succes. Is dit een van de vele wielerfeuilletons die beginnen met een smakelijke inleiding om vervolgens halverwege het eerste hoofdstuk te worden afgebroken? Of gaan we meer horen van de avonturen van deze kinderen op de Zoncolan?
zaterdag 23 juni 2007
Horse Categorie
Herbert Dijkstra spreekt Russisch, maar verder blinken Nederlandse wielercommentatoren niet uit in talenkennis. Namen van Spaanse, Italiaanse en Franse wielrenners worden vaak behoorlijk verminkt. Ook wielerbegrippen worden vaak mishandeld. Ik hoor nog hoe Steven Rooks, nota bene zelf ooit winnaar van de bolletjestrui, de 'Hors Catégorie' verbasterde tot 'Horse Categorie'. Dat klonk meer als 'paardencategorie' dan als 'buitencategorie'. Toen ik gisteren op www.cyclingnews.com las over paarden die waren losgebroken op het parcours van de Ronde van Zwitserland, moest ik dan ook direct aan Steven Rooks denken.
Zie ook http://www.cyclingnews.com/news.php?id=news/2007/jun07/jun22news2
Zie ook http://www.cyclingnews.com/news.php?id=news/2007/jun07/jun22news2
Tien meest verrassende Nederlandse renners
Natuurlijk reed Michael Boogerd weer bij de eersten in de Amstel en in Luik, maar dit waren wat mij betreft de meest verrassende Nederlandse renners van de eerste helft van het wielerseizoen 2007.
1. Robert Gesink
Iedereen die het wielrennen van nabij volgt, wist dat Gesink een groot talent was. Toch zullen maar weinigen hebben voorspeld dat hij zich in zijn eerste jaar al zo in de kijker zou rijden. Zijn ritzege in de koninginnerit van de ronde van België was indrukwekkend, maar gezien het sterke deelnemersveld spreken zijn 9e plek in de Waalse pijl en zijn 13e plek in de Ronde van Romandië nog meer tot de verbeelding. Jammer dat hij ziek werd in de Dauphiné.
2. Thomas Dekker
Dekker werkt niet samen met de meest onbesproken arts uit het wielerpeloton, maar wie puur naar de resultaten kijkt, moet concluderen dat hij ook dit jaar voldoet aan de hoge verwachtingen. In de Tirreno en in zekere zin ook de Amstel viel hij wat tegen, maar zijn overwinning in Romandië maakte alles goed. Ook in Luik reed hij sterk en in de Ronde van Zwitserland won hij een bergetappe.
3. Stef Clement
Na Gesink wellicht de meest verrassende Nederlandse renner van de eerste seizoenshelft. Werd 6e in de tijdrit in de sterk bezette Dauphiné, nog voor Leipheimer, Valverde, Hincapie en Millar. Toonde zich twee dagen later ook nog in een rit in het middengebergte. Reed enige uren virtueel in de leiderstrui.
4. Sebastian Langeveld
De jonge talenten Kai Reus en Marc de Maar hebben, mede door blessures, nog niet helemaal kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Ook voor Sebastian Langeveld viel het voorseizoen grotendeels in het water. Sinds enkele weken komt hij echter op stoom. Was goed in de Ronde van Luxemburg en won vandaag de Ster Elektrotour.
5. Laurens ten Dam
Reed zich zowel in Catalonië als in Zwitserland in enkele bergritten in de kijker. Werd in Catalonië negende in het eindklassement.
6. Tom Stamsnijder
Opgeleid bij Rabo, maar vorig jaar vertrokken naar Gerolsteiner. Reed in Parijs-Roubaix lang in de kopgroep. Hoewel hij nog geen spectaculaire uitslagen reed, gaf hij ook in andere voorjaarsklassiekers blijk van aanvalslust
7. Joost Posthuma
Reed een licht tegenvallende Parijs-Nice en had verder door blessures nauwelijks kansen om zich te laten zien. Die ene koers waarin hij zich wel toonde (De Panne) was hij meteen zo goed dat hij alleen Ballan, de latere winnaar van de Ronde van Vlaanderen, voor zich hoefde te dulden. Kan de komende jaren bij de beste vijf rijden in Vlaanderen en Roubaix.
8. Rick Flens
Reed een sterke Ronde van België, zowel qua uitslag (5e in het eindklassement) als qua aanvallende manier van rijden.
9. Pieter Weening
Breekt hij definitief door of stagneert hij? Na het sterke seizoen 2005 viel 2006 tegen. Tot dusver lijkt 2007 weer beter te gaan worden – Weening toonde zich o.a. in de Amstel – maar is nog niet op het niveau dat sommige volgers hem hadden toegedicht.
10. Erik Dekker
Geen renner meer, maar waar hij in de volgwagen zat (Romandië, Ronde van België, De Panne, Ster Elektro) reed Rabo opvallend en vaak opvallend goed.
Eervolle vermeldingen: Kenny van Hummel (verschillende ereplaatsen in kleinere rondes), Floris Goesinnen (lang in de kopgroep in Roubaix) en Maarten Tjallingii (2e in het eindklassement van de Ronde van België).
1. Robert Gesink
Iedereen die het wielrennen van nabij volgt, wist dat Gesink een groot talent was. Toch zullen maar weinigen hebben voorspeld dat hij zich in zijn eerste jaar al zo in de kijker zou rijden. Zijn ritzege in de koninginnerit van de ronde van België was indrukwekkend, maar gezien het sterke deelnemersveld spreken zijn 9e plek in de Waalse pijl en zijn 13e plek in de Ronde van Romandië nog meer tot de verbeelding. Jammer dat hij ziek werd in de Dauphiné.
2. Thomas Dekker
Dekker werkt niet samen met de meest onbesproken arts uit het wielerpeloton, maar wie puur naar de resultaten kijkt, moet concluderen dat hij ook dit jaar voldoet aan de hoge verwachtingen. In de Tirreno en in zekere zin ook de Amstel viel hij wat tegen, maar zijn overwinning in Romandië maakte alles goed. Ook in Luik reed hij sterk en in de Ronde van Zwitserland won hij een bergetappe.
3. Stef Clement
Na Gesink wellicht de meest verrassende Nederlandse renner van de eerste seizoenshelft. Werd 6e in de tijdrit in de sterk bezette Dauphiné, nog voor Leipheimer, Valverde, Hincapie en Millar. Toonde zich twee dagen later ook nog in een rit in het middengebergte. Reed enige uren virtueel in de leiderstrui.
4. Sebastian Langeveld
De jonge talenten Kai Reus en Marc de Maar hebben, mede door blessures, nog niet helemaal kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Ook voor Sebastian Langeveld viel het voorseizoen grotendeels in het water. Sinds enkele weken komt hij echter op stoom. Was goed in de Ronde van Luxemburg en won vandaag de Ster Elektrotour.
5. Laurens ten Dam
Reed zich zowel in Catalonië als in Zwitserland in enkele bergritten in de kijker. Werd in Catalonië negende in het eindklassement.
6. Tom Stamsnijder
Opgeleid bij Rabo, maar vorig jaar vertrokken naar Gerolsteiner. Reed in Parijs-Roubaix lang in de kopgroep. Hoewel hij nog geen spectaculaire uitslagen reed, gaf hij ook in andere voorjaarsklassiekers blijk van aanvalslust
7. Joost Posthuma
Reed een licht tegenvallende Parijs-Nice en had verder door blessures nauwelijks kansen om zich te laten zien. Die ene koers waarin hij zich wel toonde (De Panne) was hij meteen zo goed dat hij alleen Ballan, de latere winnaar van de Ronde van Vlaanderen, voor zich hoefde te dulden. Kan de komende jaren bij de beste vijf rijden in Vlaanderen en Roubaix.
8. Rick Flens
Reed een sterke Ronde van België, zowel qua uitslag (5e in het eindklassement) als qua aanvallende manier van rijden.
9. Pieter Weening
Breekt hij definitief door of stagneert hij? Na het sterke seizoen 2005 viel 2006 tegen. Tot dusver lijkt 2007 weer beter te gaan worden – Weening toonde zich o.a. in de Amstel – maar is nog niet op het niveau dat sommige volgers hem hadden toegedicht.
10. Erik Dekker
Geen renner meer, maar waar hij in de volgwagen zat (Romandië, Ronde van België, De Panne, Ster Elektro) reed Rabo opvallend en vaak opvallend goed.
Eervolle vermeldingen: Kenny van Hummel (verschillende ereplaatsen in kleinere rondes), Floris Goesinnen (lang in de kopgroep in Roubaix) en Maarten Tjallingii (2e in het eindklassement van de Ronde van België).
vrijdag 22 juni 2007
Men in black
‘Ze dragen anonieme kleding en trainen op vreemde plaatsen.' Welkom bij het nieuwste wielerfeuilleton. Titel: ‘The men in black’. Hoofdrolspelers: zes bekende wielrenners die zich vermommen en verstoppen om te voorkomen dat de dopinginspecteurs van de UCI ze te grazen nemen. De verhalen van de bloedzakjes en van de ‘pannenkoeken’ komen opeens over als veredelde streekromans. ‘The men in black’ belooft een klassieke ridderroman te worden, een episch drama. De zwarte ruiters.
Afhankelijk van de auteur kan het thema als komedie of als tragedie worden gebracht. Renners met pruik en plaksnor, in lompen gehuld. Trainend in streken waar al jaren geen mens meer is gesignaleerd. Dopinginspecteurs in de brandende hitte, vanachter een rotsblok loerend met een verrekijker. Naast hen hun plastic moordwapen. Geen zwaard, geen speer. Een levensgevaarlijk, soms zelfs dodelijk pispotje.
Zal het tweede hoofdstuk net zo spannend zijn als het eerste? Zien we daarin Rasmussen vermomd als oud vrouwtje? Sastre met harnas en helm op de hoogvlakte? Bettini en Vinokourov in burka op tandem? In dat geval sla ik dit jaar gerust de Tour de France over. De ontknoping van ‘The men in black’ lijkt mij vele malen spannender.
Afhankelijk van de auteur kan het thema als komedie of als tragedie worden gebracht. Renners met pruik en plaksnor, in lompen gehuld. Trainend in streken waar al jaren geen mens meer is gesignaleerd. Dopinginspecteurs in de brandende hitte, vanachter een rotsblok loerend met een verrekijker. Naast hen hun plastic moordwapen. Geen zwaard, geen speer. Een levensgevaarlijk, soms zelfs dodelijk pispotje.
Zal het tweede hoofdstuk net zo spannend zijn als het eerste? Zien we daarin Rasmussen vermomd als oud vrouwtje? Sastre met harnas en helm op de hoogvlakte? Bettini en Vinokourov in burka op tandem? In dat geval sla ik dit jaar gerust de Tour de France over. De ontknoping van ‘The men in black’ lijkt mij vele malen spannender.
dinsdag 19 juni 2007
Wacht u voor de hond
Het wielerpeloton lijkt soms een kudde dieren op weg naar een drinkplaats. Kijk maar wie er voorbij komen: het olifantje (Pantani), de valk (Savoldelli), het eekhoorntje (Garzelli), de leeuwenkoning (Cipollini), de krekel (Bettini), en heel in de verte ook de buffel (Gutierrez) en de das (Hinault). In hun kielzog klimgeiten en talrijke adelaars. De meeste renners zijn genoemd naar snelle, sterke en vooral wilde dieren. Huisdieren lopen niet mee in de optocht, met uitzondering van Andrew Hampsten, die wel het ‘konijn’ werd genoemd. Toch spelen huisdieren een belangrijke rol in de wielersport, vooral de hond.
De wielergeschiedenis kent talloze voorbeelden van renners die werden getorpedeerd door overstekende honden en als gevolg daarvan in de lappenmand raakten. De laatste jaren trof dat lot o.a. Thomas Dekker en Samuel Dumoulin. Ook Tyler Hamilton werd ooit geveld door een hond: hij stapte in 2004 uit de Tour de France omdat zijn golden retriever was overleden. Bijna net zo bekend: de hond van Frank VandenBroucke. Toen in het huis van de Belgische wielrenner vrachtladingen EPO werden gevonden, zei hij dat deze bestemd waren voor zijn hond.
Sinds vorig jaar stelen twee nieuwe wielerhonden de show. De beroemdste is Birillo, de hond van Ivan Basso, die namens zijn baas talloze bloedzakjes van dokter Fuentes ontving. Ook Piti, de herdershond van Valverde lijkt een trouwe patiënt van de dopingdokter te zijn. Een beetje wielrenner waakt tegenwoordig voor de hond. Zelfs als het beest in zijn mand blijft liggen, kan hij genadeloos bijten. Om door een hond onderuit te worden gehaald, hoef je al lang niet meer in volle sprint over hem te stuiteren, zoals Joaquim Agostinho gebeurde. Het werd zijn dood.
De wielergeschiedenis kent talloze voorbeelden van renners die werden getorpedeerd door overstekende honden en als gevolg daarvan in de lappenmand raakten. De laatste jaren trof dat lot o.a. Thomas Dekker en Samuel Dumoulin. Ook Tyler Hamilton werd ooit geveld door een hond: hij stapte in 2004 uit de Tour de France omdat zijn golden retriever was overleden. Bijna net zo bekend: de hond van Frank VandenBroucke. Toen in het huis van de Belgische wielrenner vrachtladingen EPO werden gevonden, zei hij dat deze bestemd waren voor zijn hond.
Sinds vorig jaar stelen twee nieuwe wielerhonden de show. De beroemdste is Birillo, de hond van Ivan Basso, die namens zijn baas talloze bloedzakjes van dokter Fuentes ontving. Ook Piti, de herdershond van Valverde lijkt een trouwe patiënt van de dopingdokter te zijn. Een beetje wielrenner waakt tegenwoordig voor de hond. Zelfs als het beest in zijn mand blijft liggen, kan hij genadeloos bijten. Om door een hond onderuit te worden gehaald, hoef je al lang niet meer in volle sprint over hem te stuiteren, zoals Joaquim Agostinho gebeurde. Het werd zijn dood.
maandag 18 juni 2007
Fotofinish
De lente kent vele boodschappers: de narcissen die uitkomen, het eerste biertje op een terras, en de modderige kasseien van een Vlaamse straatweg. Afgelopen zaterdag werd de eerste Vlaamse wielerklassieker van het jaar gereden: de wielrenners ontwaakten uit hun winterslaap. Weldra zullen ze beginnen aan de Rit naar de Zon, en in het late najaar eindigen ze met de Koers van de Vallende Bladeren. Daar tussenin hoge bergen en diepe dalen, met afdalingen vlak langs het ravijn. Het wielerseizoen is een van de sprekendste samenvattingen van een mensenleven, ieder jaar weer.
De dag na de opening van het wielerseizoen fiets ik zelf een rondje. Een groepje veteranen zoeft mij voorbij. Buik, baard, hier en daar een hoofdhaar. Doordeweeks zitten de heren misschien gevangen in een driedelig kostuum, nu dragen ze strakke truitjes die niet voor hun lijven zijn ontworpen. Op die truitjes de namen van hun favoriete wielerploegen. Als kinderen die apetrots rondlopen in een shirtje van Ronaldinho of Messi. Wielerliefhebbers zijn een beetje kind gebleven. Fietsend door de polder, dromen ze van de Ventoux.
Ze beuken tegen de wind in. Schuim om de mond, grote plaat. Hun kindertijd fiest steeds een paar meter voor ze uit, maar blijft binnen schot. Ze zullen samen over de streep gaan. Zelfs de fotofinish zal niet duidelijk kunnen maken wie er heeft gewonnen, de oudere mannen of de kinderen die zij ooit waren.
De dag na de opening van het wielerseizoen fiets ik zelf een rondje. Een groepje veteranen zoeft mij voorbij. Buik, baard, hier en daar een hoofdhaar. Doordeweeks zitten de heren misschien gevangen in een driedelig kostuum, nu dragen ze strakke truitjes die niet voor hun lijven zijn ontworpen. Op die truitjes de namen van hun favoriete wielerploegen. Als kinderen die apetrots rondlopen in een shirtje van Ronaldinho of Messi. Wielerliefhebbers zijn een beetje kind gebleven. Fietsend door de polder, dromen ze van de Ventoux.
Ze beuken tegen de wind in. Schuim om de mond, grote plaat. Hun kindertijd fiest steeds een paar meter voor ze uit, maar blijft binnen schot. Ze zullen samen over de streep gaan. Zelfs de fotofinish zal niet duidelijk kunnen maken wie er heeft gewonnen, de oudere mannen of de kinderen die zij ooit waren.
Abonneren op:
Posts (Atom)